1. Onnodig onbeleefd zijn tegen restaurantpersoneel. Zelfs als het eten koud is, zijn er manieren om het terug te brengen zonder je als een idioot te gedragen.

2. Een sigaret opsteken waar een antiroker bij is (hetzelfde geldt voor dompel- en pruimtabak.)

3. Verwaandheid – in het bijzonder ongegronde arrogantie die gepaard gaat met een zelfvoldane houding.

4. Voortdurend afgeven op een ex-liefje.

5. Gebrek aan gevoel voor humor – tenzij zij degene zijn die het uitdeelt.

6. Te lang blijven hangen in hun huis. Als ze je geen kastruimte of een houder voor je tandenborstel aanbieden, dring er dan niet op aan om er een te krijgen.

7. Buitensporig agressief in de competitie. Als het midgetgolf is, is er geen reden om boos met clubs te gooien na gemiste putts.

8. Flaking – omdat flakes tot de meest onaantrekkelijke individuen behoren om een relatie mee op te bouwen.

9. Zeggen dat je drama haat, maar wel de dramatische persoon zijn die regelmatig verwikkeld is in klein drama.

10. Alles weten over alles wat er ooit zou kunnen, zouden, moeten, zijn of zullen gebeuren in de geschiedenis van de wereld.

11. Slechte hygiëne. Deodorant is een noodzaak, net als tandenpoetsen.

12. Geobsedeerd zijn door een mobiele telefoon.

13. Te vaak bellen en sms’en.

14. Te weinig bellen en sms’en.

15. Een televisiedictator. Dat wil zeggen dat zij, en alleen zij, de afstandsbediening mogen bedienen.

16. Nutteloos en tevreden zijn met het leven – geen aspiraties hebben voor de toekomst.

17. Afschuwelijke spelling. Een tekst die bol staat van de basisfouten kan een spelbreker zijn. Geen afkortingen – maar berichten die eruit zien alsof de Zodiac-killer ze heeft geschreven en die een eeuwigheid duren om te ontcijferen.

18. Constante negativiteit. Als je elke bar, elke club, elk drankje, elk liedje en elk aspect van het leven haat, dan put dat anderen uit.

19. Vulgair taalgebruik dat zijn weg vindt in elke zin die wordt uitgesproken.

20. Onzekere zoektochten naar complimentjes.

21. Ongefundeerde kattigheid, kwaadaardige opmerkingen en minachting voor anderen.

22. Promiscuïteit. Na met een hele groep vrienden of kennissen naar bed te zijn geweest, is een onbereikbare reputatie opgebouwd.

23. Leugenaars – maar niet eens over belangrijke zaken. Gewoon onnodige leugens, verzonnen verhalen en overdrijvingen als een leugentje geen zin heeft.

24. Spotten met en kritiek leveren op iemands geloofsovertuiging – of het ontbreken daarvan.

25. Te veel waarde hechten aan de woorden van artikelen als deze. Iedereen heeft er een hekel aan om gegeneraliseerd te worden.