Sinds de beslissing van het Hooggerechtshof van 1954 in de zaak Brown v. Board of Education, hebben onderzoekers en beleidsmakers veel aandacht besteed aan trends in schoolsegregatie. Brown richtte zich op de segregatie van zwart naar wit, maar wij bekijken de trends en gevolgen van zowel raciale als economische segregatie van scholen. In het algemeen suggereren de gegevens over de trends in rassenscheiding dat de meest significante dalingen in zwart-witte schoolse segregatie zich voordeden op het einde van de jaren 1960 en in het begin van de jaren 1970. Hoewel er onenigheid bestaat over de richting van meer recente trends in rassenscheiding, is deze onenigheid grotendeels te wijten aan verschillende definities van segregatie en verschillende manieren om deze te meten. We concluderen dat de veranderingen in segregatie in de laatste decennia niet groot zijn, ongeacht welke maatstaf wordt gebruikt, hoewel er belangrijke verschillen zijn in de trends tussen regio’s, raciale groepen en institutionele niveaus. Beperkte gegevens over de economische segregatie van scholen bemoeilijken het documenteren van trends, maar in het algemeen zijn leerlingen vandaag meer gesegregeerd naar inkomen in verschillende scholen en districten dan in 1990. We bespreken ook de rol van desegregatie rechtszaken, demografische veranderingen, en residentiële segregatie in het vormgeven van trends in zowel raciale en economische segregatie.
Een van de redenen waarom wetenschappers, beleidsmakers en burgers zich zorgen maken over schoolsegregatie is dat wordt verondersteld dat segregatie raciale of sociaaleconomische verschillen in onderwijssucces verergert. De mechanismen die segregatie zouden linken aan ongelijke resultaten zijn niet vaak duidelijk omschreven of expliciet getest. Wij ontwikkelen een algemeen conceptueel model van hoe en waarom schoolsegregatie leerlingen zou kunnen beïnvloeden en bekijken de relatief schaarse empirische gegevens die de gevolgen van schoolsegregatie expliciet beoordelen. Deze literatuur suggereert dat rassenscheiding in de jaren 1960 en 1970 gunstig was voor zwarten; de bewijzen voor de effecten van segregatie in recentere decennia zijn echter gemengd of niet overtuigend. We besluiten met een bespreking van aspecten van schoolsegregatie waarnaar verder onderzoek nodig is.