بِسْمِ اللَّـهِ الرَّحْمَـٰنِ الرَّحِيمِ

Assalamu `Alaykum,

Vandaag wil ik het begrip “al-Taqiyya” in de volgende uiteenzetting uiteenzetten. Dit onderwerp is net zo netelig als voorgaande onderwerpen zijn geweest, en veel mensen hebben grote moeilijkheden ondervonden bij het proberen te begrijpen ervan. Ik bid tot Allah (SWT) dat deze discussie zal helpen om wat van de intellectuele roest los te maken die zich in de loop der jaren in de hoofden van veel mensen heeft opgehoopt.

De eindeloze negatieve propaganda waarmee mensen dagelijks worden gebombardeerd dient om gevoelens van vijandigheid en ongeloof jegens de Shi’a te voeden; bovendien kan het de expliciete ontkenning van bewezen feiten en waarheden bevorderen. Desalniettemin ben je het aan jezelf verplicht om naar de waarheid te zoeken; en inderdaad, Allah (SWT) heeft bevolen dat je dat doet.

Als zodanig is het uw voorrecht om alles te geloven of te verwerpen wat de Shi’a beweren; maar mijn verzoek is dat de volgende keer dat u een discussie hoort over de Shi’a in uw Moskee, of waar dan ook, denk dan alstublieft aan mijn berichten, en ondervraag de persoon die het onderwerp bespreekt.

Ik ben van plan om aan te tonen en te bewijzen dat het concept van “al-Taqiyya” een integraal onderdeel is van de Islam, en dat het NIET een sji’itisch bedenksel is.

Zoals gebruikelijk zullen de twee perspectieven, de soennieten en de sjiieten, worden gepresenteerd om een niveau van eerlijkheid en integriteit in de verslaggeving over dit onderwerp te handhaven.

Inleiding

Het woord “al-Taqiyya” betekent letterlijk: “Het verbergen of verhullen van iemands overtuigingen, ideeën, gevoelens, meningen en/of strategieën op een moment van dreigend gevaar, hetzij nu of later in de tijd, om zichzelf te redden van fysiek en/of mentaal letsel. “Een één-woord vertaling zou zijn “Dissimulatie.”

De bovenstaande definitie moet worden uitgewerkt voordat er enige onderneming van dit onderwerp zal volgen. Hoewel correct, lijdt de definitie aan een schijnbare veralgemening, en ontbreken enkele fundamentele details die moeten worden geconstrueerd:

In de eerste plaats betekent het verbergen van iemands overtuigingen niet dat men deze overtuigingen moet VERBREKEN. Het onderscheid tussen “verbergen” en “opgeven” MOET hier worden opgemerkt.

Ten tweede zijn er talrijke uitzonderingen op de bovenstaande definitie, en die MOET men beoordelen aan de hand van de situatie waarin men zich bevindt. Als zodanig moet men NIET een bekrompen veralgemening maken die alle situaties omvat, waardoor men de geest van de definitie niet volledig in zich opneemt.

Ten derde betekent het woord “overtuigingen “en/of “overtuigingen “NIET noodzakelijkerwijs “godsdienstige “overtuigingen en/of overtuigingen.

Met het bovenstaande in gedachten, wordt het duidelijk dat een betere, en meer accurate definitie van “al-Taqiyya” “diplomatie” is. De ware geest van “al-Taqiyya” is beter belichaamd in het enkele woord “diplomatie”, omdat het een veelomvattend spectrum van gedragingen omvat die dienen om de gevestigde belangen van alle betrokken partijen te bevorderen.

Al-Taqiyya Volgens De Soennieten

Sommige Soennieten beweren dat al-Taqiyya een daad van pure hypocrisie is die dient om de waarheid te verhullen en datgene te onthullen wat precies het tegenovergestelde is (van de waarheid). Bovendien is al-Taqiyya volgens deze soennieten een gebrek aan geloof en vertrouwen in Allah (SWT), omdat degene die zijn geloof verbergt om zichzelf te behoeden voor dreigend gevaar, bang is voor de mensen, terwijl hij in feite alleen bang zou moeten zijn voor Allah (SWT). Als zodanig is deze persoon een lafaard.

Soennitische bronnen ter ondersteuning van Al-Taqiyya

De volgende uiteenzetting zal Insha Allah het bestaan van al-Taqiyya aantonen in de Koran, Hadith, de gewoonte van de Profeet (S), en de gewoonte van de metgezellen. Zoals gebruikelijk zullen soennitische boeken worden gebruikt om het argument te bevorderen. Dit is in overeenstemming met de verplichting om de waarheid te openbaren door te laten zien dat de soennieten de argumenten van de sji’a verwerpen, terwijl hun eigen boeken vol (staan) met dezelfde ideologieën die de sji’a huldigen!

Hoewel sommige Wahhabis hun voornoemde beweringen hardnekkig verdedigen, en de Shi’a agressief belasteren en hun doctrines weerleggen, zijn zij er niet in geslaagd de geldigheid van hun argumentatie uit te leggen ten opzichte van het bestaan van deze zelfde doctrines in hun eigen boeken, zoals is aangetoond in alle eerdere berichten over de Shi’a.

Degenen die denken dat zij de ware beschermers zijn van de gebruiken van de Profeet (S) en de enige beschermers van het Islamitisch Geloof, hoe kunnen zij hun eigen verwerping verklaren van datgene dat zij geacht worden te beschermen? Het verwerpen van al-Taqiyya is het verwerpen van de Koran, zoals zo dadelijk zal worden aangetoond.

Laten we beginnen…

Referentie 1

Jalal al-Din al-Suyuti vertelt in zijn boek, “al-Durr al-Manthoor Fi al-Tafsir al- Ma’athoor, “de mening van Ibn Abbas, de meest gerenommeerde en betrouwbare verteller van overleveringen in de ogen van de Soennieten, betreffende al-Taqiyya in het Koranvers: “Laat de gelovigen geen ongelovigen tot vrienden of helpers nemen in plaats van gelovigen; wie dat doet, zal geen band met Allah hebben, behalve uit voorzorg (“tat-taqooh”), opdat gij u voor hen moogt hoeden (“tooqatan”)….(3:28) “dat Ibn Abbas zei:

“al-Taqiyya is alleen met de tong; hij die gedwongen is te zeggen wat Allah (SWT) boos maakt, en zijn hart is comfortabel (d.w.z., (d.w.z. zijn ware geloof is niet geschokt), dan zal (het zeggen van datgene waartoe hij gedwongen is) hem (in het geheel) niet schaden; (omdat) al- Taqiyya alleen met de tong is, (niet het hart).”

Opmerking: De twee woorden “tat-taqooh “en “tooqatan, “zoals vermeld in de Arabische Koran, zijn BEIDE van dezelfde wortel van “al-Taqiyya.”

Opmerking ook: Het “hart”, zoals hierboven genoemd en in latere vermeldingen, verwijst naar het centrum van het geloof in het bestaan van een individu. Het wordt vele malen genoemd in de Koran.

Referentie 2

Ibn Abbas gaf ook commentaar op het bovenstaande vers, zoals overgeleverd in Sunan al- Bayhaqi en Mustadrak al-Hakim, door te zeggen:

“al-Taqiyya is het uitspreken van de tong, terwijl het hart comfortabel is met het geloof.”

Noot: De betekenis is dat de tong alles mag uitspreken in een tijd van nood, zolang het hart niet wordt aangetast; en men nog steeds comfortabel is met het geloof.

Referentie 3

Abu Bakr al-Razi heeft in zijn boek, “Ahkam al-Qur’an, “v2, p10, het voornoemde vers uitgelegd “….behalve uit voorzorg (“tat-taqooh”), opdat gij uzelf (“tooqatan”) voor hen behoedt….(3:28) “door te bevestigen dat al-Taqiyya gebruikt moet worden wanneer men vreest voor leven en/of ledematen. Daarnaast heeft hij overgeleverd dat Qutadah heeft gezegd met betrekking tot het bovenstaande vers:

“Het is toegestaan om woorden van ongeloof te spreken wanneer al-Taqiyya verplicht is.”

Referentie 4

Het is overgeleverd door Abd al-Razak, Ibn Sa’d, Ibn Jarir, Ibn Abi Hatim, Ibn Mardawayh, al-Bayhaqi in zijn boek “al- Dala-il, “en het werd gecorrigeerd door al-Hakim in zijn boek “al- Mustadrak “dat:

“De ongelovigen arresteerden `Ammar Ibn Yasir (ra) en (martelden hem totdat) hij (ra) vuile woorden over de Profeet (S) uitsprak, en hun goden (afgoden) prees; en toen zij hem (ra) vrijlieten, ging hij (ra) rechtstreeks naar de Profeet (S). De Profeet (S) zei: “Is er iets in je gedachten?”`Ammar Ibn Yasir (ra) zei: “Slecht (nieuws)! Zij zouden mij niet vrijlaten totdat ik u (S) belasterde en hun goden prees!”De Profeet (S) zei: “Hoe vind je dat je hart is?” `Ammar (ra) antwoordde: “Aangenaam in geloof. “Dus zei de Profeet (S): “Als zij dan voor jou terugkomen, doe dan hetzelfde helemaal opnieuw. “Allah (SWT) openbaarde op dat moment het vers: “…. behalve onder dwang, zijn hart blijft standvastig in het geloof…(16:106)”

Noot: Het volledige vers dat gedeeltelijk werd geciteerd als onderdeel van de overlevering hierboven, luidt:

“Een ieder die, nadat hij in Allah heeft geloofd, ongeloof uitspreekt, behalve onder dwang, terwijl zijn hart in het geloof standvastig blijft – maar zij die hun hart voor het ongeloof openen, op hen rust Allah’s toorn en voor hen is er een grote straf (16:106).”

Referentie 5

Het is overgeleverd in Sunan al-Bayhaqi dat Ibn Abbas het bovenstaande vers “Een ieder die, nadat hij het geloof in Allah heeft aanvaard, ongeloof uitspreekt….(16:106) “door te zeggen:

“De betekenis die Allah (SWT) overbrengt is dat hij die ongeloof uitspreekt na te hebben geloofd, de toorn van Allah (SWT) en een vreselijke straf zal verdienen. Maar zij die gedwongen zijn en als zodanig met hun tong hebben geuit wat hun hart niet bevestigde om aan vervolging te ontkomen, hebben niets te vrezen, want Allah (SWT) houdt Zijn (SWT) dienaren verantwoordelijk voor datgene wat hun hart heeft bekrachtigd.”

Referentie 6

Een andere uitleg van het bovenstaande vers wordt gegeven door Jalal al-Din al- Suyuti in zijn boek, “al-Durr al-Manthoor Fi al- Tafsir al-Ma-athoor, “vol. 2, p178; hij zegt:

“Ibn Abi Shaybah, Ibn Jarir, Ibn Munzir, en Ibn Abi Hatim vertelden op gezag van Mujtahid (een man’s naam) dat dit vers werd geopenbaard in verband met de volgende gebeurtenis: Een groep mensen uit Mekka aanvaardde de Islam en beleden hun geloof; als gevolg hiervan schreven de metgezellen in Medina aan hen met het verzoek om naar Medina te emigreren; want als zij dit niet doen, zullen zij niet worden beschouwd als degenen die tot de gelovigen behoren.

Daaraan gevolg gevend, verliet de groep Mekka, maar werd spoedig door de ongelovigen (Quraish) in een hinderlaag gelokt, voordat zij hun bestemming bereikten; zij werden tot ongeloof gedwongen, en zij beleden het. Als gevolg hiervan werd het vers

“…behalve onder dwang, zijn hart standvastig in het geloof (Koran 16:106)…”

geopenbaard.”

Referentie 7

Ibn Sa’d in zijn boek, “al-Tabaqat al-Kubra, “verhaalt op gezag van Ibn Sirin dat:

De Profeet (S) zag `Ammar Ibn Yasir (ra) huilen, dus hij (S) veegde zijn (ra) tranen af, en zei: “De ongelovigen arresteerden je en dompelden je onder in water totdat je dit en dat (d.w.z., kwaadspreken over de Profeet (S) en het prijzen van de heidense goden om aan vervolging te ontsnappen); als ze terugkomen, zeg het dan opnieuw.”

Referentie 8

Het is overgeleverd in al-Sirah al-Halabiyyah, v3, p61, dat:

Na de verovering van de stad Khaybar door de moslims, werd de Profeet (S) benaderd door Hajaj Ibn `Aalat en verteld: “O Profeet van Allah: Ik heb in Mekka wat overtollige rijkdommen en wat verwanten, en ik zou ze graag terug willen hebben; ben ik verontschuldigd als ik slecht over u praat (om aan vervolging te ontkomen)? “De Profeet (S) verontschuldigde hem en zei:

“Zeg wat je te zeggen hebt.”

Referentie 9

Het is overgeleverd door al-Ghazzali in zijn boek, “Ihya `Uloom al-Din, “dat:

Het beschermen van het leven van een moslim is een verplichte verplichting die in acht genomen dient te worden; en dat LIEGEN toegestaan is wanneer het vergieten van het bloed van een moslim op het spel staat.

Referentie 10

Jalal al-Din al-Suyuti in zijn boek, “al-Ashbah Wa al-Naza’ir, “bevestigt dat:

“het is aanvaardbaar (voor een moslim) om het vlees van een dood dier te eten in een tijd van grote honger (verhongering in die mate dat de maag verstoken is van alle voedsel); en om een hap voedsel los te maken (uit angst om te stikken) door alcohol; en om woorden van ongeloof uit te spreken; en als men in een omgeving leeft waar kwaad en corruptie de doordringende norm zijn, en geoorloofde dingen (halal) de uitzondering en een zeldzaamheid zijn, dan kan men gebruik maken van wat beschikbaar is om in zijn behoeften te voorzien.”

Noot: De verwijzing naar de consumptie van een dood dier is bedoeld om te illustreren dat zelfs verboden dingen toelaatbaar worden in een tijd van nood.

Referentie 11

Jalal al-Din al-Suyuti in zijn boek, “al-Durr al-Manthoor Fi al-Tafsir al- Ma’athoor, “v2, p176, verhaalt dat:

Abd Ibn Hameed, op gezag van al-Hassan, zei: “Al-Taqiyya is toegestaan tot de Dag des Oordeels.”

Referentie 12

Verhaald in Sahih al-Bukhari, v7, p102, dat Abu al-Darda’ zei:

“(Voorwaar) wij glimlachen om sommige mensen, terwijl ons hart (diezelfde mensen) vervloekt.”

Referentie 13

Geschreven in Sahih al-Bukhari, v7, p81, dat de Profeet (S) zei:

“O `Aisha, de slechtste van de mensen in de ogen van Allah (SWT) zijn degenen die door anderen vermeden worden vanwege hun extreme onbeschaamdheid.”

NOOT: De betekenis hier is dat het men is toegestaan om diplomatie te gebruiken om met mensen om te gaan. De bovenstaande overlevering werd verteld toen een persoon toestemming vroeg om de Heilige Profeet (S) te zien en voordat hij toestemming vroeg zei de Profeet (S) dat hij geen goede man was, maar toch zal ik hem zien. De Profeet (S) sprak tot de persoon met het grootste respect, waarop Aisha vroeg waarom de Profeet (S) tot de persoon sprak met respect ondanks zijn karakter, waarop het bovenstaande antwoord werd gegeven.

Reference 14

Narrated in Sahih Muslim (English version), Chapter 1077 v4, p1373, Tradition #6303:

Humaid b. ‘Abd al-Rahman b. ‘Auf rapporteerde dat zijn moeder Umm Kulthum dochter van ‘Uqba b. Abu Mu’ait, en zij was een van de eerste emigranten die trouw zwoeren aan Allah’s Apostel (moge vrede met hem zijn), zei dat zij Allah’s Boodschapper (moge vrede met hem zijn) hoorde zeggen: Een leugenaar is niet iemand die probeert verzoening onder de mensen te brengen en die goed spreekt (om onenigheid af te wenden), of hij brengt goed over. Ibn Shihab zei dat hij niet heeft gehoord dat vrijstelling werd verleend in alles wat de mensen als leugen spreken, behalve in drie gevallen: in de strijd, voor het brengen van verzoening tussen personen en het vertellen van de woorden van de echtgenoot aan de echtgenote, en het vertellen van de woorden van een echtgenote aan haar echtgenoot (in een verdraaide vorm om verzoening tussen hen te brengen).

De (soennitische) commentator van dit deel van Sahih Muslim, Abdul Hamid Siddiqi, geeft het volgende commentaar:

Het vertellen van een leugen is een ernstige zonde, maar het is een moslim toegestaan om in enkele uitzonderlijke gevallen een leugen te vertellen, en deze toestemming wordt met name bij drie gelegenheden gegeven: in geval van strijd voor het brengen van verzoening tussen de vijandige moslims en voor het brengen van verzoening tussen de echtgenoot en de echtgenote. Naar analogie (Qiyas) van deze drie gevallen hebben de geleerden van de Hadith nog enkele andere vrijstellingen aangewezen:

voor het redden van het leven en de eer van een onschuldig persoon van de hoogdravendheid van tirannen en onderdrukkers als men geen andere manier vindt om hen te redden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *