• Dissectie
  • Marfan

Ascending thoracic aortic aneurysm (ATAA) wordt gedefinieerd als een verwijding van de aorta ascendens met een doorsnede die groter is dan 1,5 maal de normale waarde; waarden tussen 1,1 en 1,5 worden beschouwd als gedilateerde of ectatische aorta ascendens.De waarden tussen 1,1 en 1,5 worden beschouwd als verwijde of ectatische aorta ascendens. De normale waarden zijn vastgesteld met verschillende beeldvormingstechnieken: echocardiografie, computertomografie (CT) en magnetische resonantiebeeldvorming (MRI)1-3 (tabel 1). Aneurysmatische aandoeningen van de aorta zijn klinisch belangrijk omdat, naarmate de diameter van de aorta groter wordt, de lineaire wandspanning toeneemt, hetgeen op zijn beurt rechtstreeks het risico van spontane aortabreuk verhoogt – een gebeurtenis met een uiterst slechte prognose voor de patiënt. Thoracale aorta-aneurysma’s (TAA’s) betreffen het vaakst de aorta ascendens (50%), gevolgd door de aorta descendens (40%), terwijl booganeurysma’s (10%) en thoraco-abdominale aneurysma’s (10%) minder vaak voorkomen. Bij 25% van de patiënten met ATAA is er sprake van een concomitant abdominaal aorta-aneurysma. Anatomisch onderscheid is belangrijk omdat de etiologie, de natuurlijke geschiedenis en de behandeling verschillen voor elk van deze segmenten.

Bekijk deze tabel:

  • In dit venster
  • In een nieuw venster
Tabel 1

Voorspelde grootte van aortawortel en aorta ascendens op basis van leeftijd en lichaamsoppervlak

Voorkomen

De incidentie van aneurysma’s in de borstkas wordt klassiek geschat op 2-5 gevallen per 100 000/jaar; maar in recente series is dit cijfer opgelopen tot 10.4 gevallen per 100 000/jaar.4 Deze stijging is waarschijnlijk te wijten aan verbeteringen in de diagnose en de vaststelling van de gevallen. Er zijn verschillende belangrijke verschillen tussen TAA en abdominale aneurysma’s. De leeftijd bij het ontstaan van een TAA is 10 jaar vroeger dan bij abdominale aneurysma’s (65 vs 75 jaar); abdominale aneurysma’s komen meer bij mannen voor, met een man-vrouwverhouding van 6:1, terwijl TAA’s slechts iets vaker bij mannen voorkomen (1,7:1).

Pathogenese

De ascenderende aorta heeft een grotere concentratie elastische vezels en is soepeler dan de descenderende aorta. De elastine-collageen verhouding neemt geleidelijk af naarmate de aorta distaal overgaat in de descenderende thoracale en abdominale aorta. Het verschil in anatomische en …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *