Baton Rouge, stad, hoofdstad van Louisiana, V.S., en zetel (1811) van East Baton Rouge parish. Baton Rouge is een havenstad gelegen aan de kop van de diepzeevaart op de Mississippi, in het zuidoostelijke deel van de staat. De Frans-Canadese ontdekkingsreiziger Pierre Le Moyne d’Iberville bezocht het gebied in 1699 en zag een rode cipressenpaal (baton rouge) die een grens markeerde tussen de Houma- en Bayougoula-indianen. De Fransen bouwden en bezetten een fort op deze plek in 1719 en noemden het naar de post. Het gebied werd aan het eind van de Franse en Indiaanse oorlog in 1763 aan Groot-Brittannië afgestaan. Tijdens de Amerikaanse Revolutie overmeesterden de Spanjaarden het Britse garnizoen op 21 september 1779 en beheersten de regio gedurende de volgende 20 jaar.
Richard Rutter
In 1800 stond Spanje Louisiana af aan Frankrijk, en ten tijde van de Louisiana Purchase (1803) door de Verenigde Staten, werd Baton Rouge opgeëist door Spanje, samen met het hele grondgebied van West-Florida. De inwoners van de stad en de in de VS geboren inwoners van de omliggende parochies kwamen op 23 september 1810 in opstand tegen de Spaanse overheersing en stichtten de West-Florida Republiek, die drie maanden later door de Verenigde Staten werd geannexeerd. Baton Rouge werd in 1817 ingelijfd en in 1849 werd het de hoofdstad van de staat.
Op 26 januari 1861 sloot Louisiana zich aan bij de Confederatie, kort voor het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog. De troepen van de Unie veroverden de stad aanvankelijk, maar trokken zich terug na een onbesliste slag tegen de Geconfedereerde troepen op 5 augustus 1862. De troepen van de Unie heroverden de stad in december 1862 en hielden haar de rest van de oorlog in handen. Tijdens de oorlog werd de zetel van het staatsbestuur overgeplaatst naar drie andere steden, maar in 1882 keerde hij terug naar Baton Rouge.
Het oude State Capitol (1847-50) werd vervangen tijdens de regering van gouverneur Huey P. Long; het werd gerestaureerd en is nu een museum. Het nieuwe gebouw (1931-32) werd opgetrokken uit marmer en andere steen die uit verschillende delen van de wereld werd aangevoerd; het is 34 verdiepingen hoog en heeft een sierlijke Memorial Hall en een uitkijktoren. Op het terrein bevindt zich een verdiepte tuin met het graf van Long. Baton Rouge is de zetel van de Louisiana State University (1860) en de Southern University (1880).
De groei van de stad als industrieel centrum begon met de bouw van een reusachtige raffinaderij door de Standard Oil Company in 1909. Vervolgens vestigden zich hier halverwege de jaren dertig vele industrieën die werden aangetrokken door de nabijheid van de olievelden (in Texas, Oklahoma en Louisiana), het goedkope vervoer over zee en rivieren, en de overvloed aan aardgas en andere natuurlijke hulpbronnen. In de jaren 1920 werden de dokfaciliteiten uitgebreid en werd het Port Allen-Morgan City Cut-Off Canal aangelegd. Onder impuls van de petrochemische industrie die zich hier tijdens en na de Tweede Wereldoorlog vestigde, groeide de bevolking van de stad van ongeveer 35.000 tot meer dan 125.000 in de jaren 40. De annexatie van omliggende voorsteden droeg bij aan deze toename. Ook de dienstensector is in belang toegenomen, vooral die in verband met de staatsregering en met de positie van de stad als distributiecentrum voor de omliggende landbouwregio. Aantal inwoners. (2000) 227.818; Baton Rouge Metro Area, 705.373; (2010) 229.493; Baton Rouge Metro Area, 802.484.