Chemotherapie
Chemotherapie is een veel gebruikte behandeling voor non-Hodgkin lymfoom waarbij medicijnen worden gebruikt om kankercellen te doden.
Het kan op zichzelf worden gebruikt, in combinatie met biologische therapie, of in combinatie met radiotherapie.
De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, afhankelijk van het stadium van uw kanker.
Normaal gesproken krijgt u chemotherapie via een infuus rechtstreeks in een ader (intraveneuze chemotherapie), in de vorm van tabletten die via de mond worden ingenomen, of een combinatie van beide.
Als het risico bestaat dat de kanker zich naar uw hersenen uitbreidt, kunt u chemotherapie-injecties krijgen die rechtstreeks in het hersenvocht rond uw ruggengraat worden ingebracht.
Chemotherapie wordt meestal gedurende een paar maanden poliklinisch gegeven, wat betekent dat u overdag wordt behandeld en niet ’s nachts in het ziekenhuis hoeft te blijven.
Maar het kan gebeuren dat uw klachten of de bijwerkingen van de behandeling bijzonder lastig worden en een langer verblijf in het ziekenhuis nodig is.
Als u chemotherapie in de vorm van tabletten krijgt, kunt u deze misschien thuis innemen.
Chemotherapie kan verschillende bijwerkingen hebben, waarvan de belangrijkste de mogelijke beschadiging van uw beenmerg is.
Dit kan de aanmaak van gezonde bloedcellen belemmeren en de volgende problemen veroorzaken:
- zeer moe voelen (vermoeidheid)
- ademnood
- verhoogde vatbaarheid voor infecties
- bloedingen en gemakkelijker blauwe plekken
Als u deze problemen ervaart, kan het nodig zijn de behandeling uit te stellen, zodat u meer gezonde bloedcellen kunt aanmaken.
Groeifactor-medicijnen kunnen ook de aanmaak van bloedcellen stimuleren.
Andere mogelijke bijwerkingen van chemotherapie zijn onder meer:
- misselijkheid en braken
- diarree
- verlies van eetlust
- mondzweren
- vermoeidheid
- huiduitslag
- haaruitval
- onvruchtbaarheid, die tijdelijk of permanent kan zijn (zie complicaties van non-Hodgkin-lymfoom voor meer informatie)
De meeste bijwerkingen zouden over moeten gaan zodra uw behandeling is afgelopen.
Stel uw zorgteam op de hoogte als de bijwerkingen bijzonder hinderlijk worden, want er zijn behandelingen die kunnen helpen.
Lees meer over de bijwerkingen van chemotherapie.
Hoge-dosis chemotherapie
Als non-Hodgkin-lymfoom niet beter wordt met de eerste behandeling (bekend als refractair lymfoom), kunt u een kuur chemotherapie met een sterkere dosis krijgen.
Maar deze intensieve chemotherapie vernietigt uw beenmerg, wat leidt tot de genoemde bijwerkingen.
U hebt dan een stamcel- of beenmergtransplantatie nodig om het beschadigde beenmerg te vervangen.