Korte feitelijke samenvatting. Een leerling hield tijdens een algemene schoolbijeenkomst een voordracht waarin hij een andere kandidaat beschreef met sterke seksuele metaforen.
Synopsis van de rechtsregel. Scholen kunnen bepalen dat bepaalde uitingsvormen ongepast zijn en de uiting aan sancties onderwerpen.
Feiten. Fraser (verweerder) hield tijdens de schoolvergadering een toespraak waarin hij zijn vriend voordroeg voor een functie in het studentencorps. Hij beschreef de eigenschappen van zijn vriend met behulp van seksueel expliciete metaforen. Hoewel een leraar de toespraak beoordeelde en de spreker gewaarschuwd werd om de toespraak niet te houden, koos de verweerder ervoor om het toch te doen. Na de toespraak klaagde een leraar dat hij zijn normale les moest onderbreken om delen van de toespraak uit te leggen en te herbekijken. Respondent werd vervolgens voor drie dagen van school geschorst.
Inleiding. Wordt een onzedelijke toespraak van een middelbare scholier beschermd door het Eerste Amendement?
Het Hof oordeelde. Het Hof oordeelde dat “de onbetwistbare vrijheid om in scholen en klaslokalen impopulaire en controversiële onderwerpen te bepleiten, moet worden afgewogen tegen het belang van de maatschappij om leerlingen de grenzen van sociaal gepast gedrag bij te brengen. In dit geval wogen de rechten van de leerling in het Eerste Amendement niet op tegen het belang van de school om vulgaire en onzedelijke uitspraken tegen te gaan. De belangen van de student hielden geen verband met enig politiek standpunt, d.w.z., ze waren inhoudsneutraal.
Een overlast kan niet meer zijn dan een juiste zaak op de verkeerde plaats, – zoals een varken in de salon in plaats van op het boerenerf.
Bekijk volledige rechtspunten
Dissent. De uitlatingen van Respondent waren niet storend voor de gang van zaken op de school en hadden niet bestraft mogen worden.
Concurrence. De toespraak was niet onzedelijk. De uitlating overschrijdt echter de toegestane grenzen voor deze situatie, een schoolbijeenkomst.
Discussie. Omdat de toespraak expliciet van aard was en enige uitleg aan de jongere leerlingen vergde, verstoorde zij de dagelijkse activiteiten van de school. Bovendien bepaalde de meerderheid dat het de taak van scholen is om sociaal gepast gedrag en gepaste taal aan te leren. Het behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de school om te beslissen of en hoe een dergelijke uitlating wordt bestraft.