De Bichon Frisé is een kleinramige hond met een hemels witte vacht die opwaait. Na vele eeuwen in Europa te zijn ontstaan, is hij vandaag de dag een beminnelijke en knuffelbare aanwinst voor veel gezinnen.
Fysieke kenmerken
De kleine, stevige en beweeglijke Bichon beweegt zich met een efficiënte en moeiteloze tred. Zijn zachte en nieuwsgierige uitdrukking maakt het voor de hond heel gemakkelijk om het hart van zijn baasjes te veroveren. Het poederachtige uiterlijk van de Bichon is te danken aan zijn dubbele vacht, die bestaat uit een dichte zachte ondervacht en een witte ruwe en krullende bovenvacht die van het lichaam afstaat.
Persoonlijkheid en temperament
Met zijn vrolijke houding, de speelse, levendige, en springerige Bichon hond verrukt iedereen. Hij is goed met kinderen en vriendelijk voor huisdieren, andere honden en vreemden. Deze aanhankelijke, ontvankelijke en gevoelige hond houdt er ook van om te spelen en geknuffeld te worden, maar als hij alleen gelaten wordt, kan hij excessief blaffen.
Verzorging
De Bichon is een huishond die niet buiten mag komen. Hij mag dan wel klein zijn, maar hij heeft dagelijks beweging nodig, wat gemakkelijk kan worden vervuld met een lekker ravotten in de tuin, een levendig spel binnenshuis, of een korte wandeling aan de lijn. De poederwitte vacht moet worden gekamd en om de dag worden geborsteld om hem vuilvrij te houden. Hij moet ook eens per maand getrimd en geschoren worden. Hoewel de Bichon niet verhaart, hebben zijn losse haren de neiging in de war te raken en kunnen zelfs in de vacht gaan zitten. Bovendien kan de vacht in bepaalde gebieden moeilijk wit te houden zijn.
Gezondheid
Het Bichon hondenras, met een levensduur van ongeveer 12 tot 15 jaar, is vatbaar voor een aantal ernstige gezondheidsproblemen zoals hyperadrenocorticisme, allergieën en patella luxatie, of voor minder ernstige aandoeningen zoals cataract en canine heupdysplasie (CHD); Legg-Perthes en leverziekte kunnen ook van invloed zijn op het ras. Om sommige van deze problemen vast te stellen, kan een dierenarts heup-, knie- en oogonderzoeken bij de hond uitvoeren.
Geschiedenis en achtergrond
De Bichon Frisé hond stamt af van de Barbet (of Water Spaniël) en stond oorspronkelijk bekend als “Barbichon,” wat later werd afgekort tot “Bichon.” De Bichon werd onderverdeeld in vier types: Ilvanese, Bolognese, Maltaise, en Tenerife. Er wordt gezegd dat de Tenerife de oorspronkelijke bron van de Bichon Frisé was. Ze werden gefokt op het Canarische eiland Tenerife, waar Spaanse zeelieden ze gebruikten als ruilobject tijdens hun reizen. In de jaren 1300 herontdekten Italiaanse zeelieden de kleine hondjes op hun reizen en brachten ze mee terug naar Europa. Spoedig daarna werden de hondjes een favoriet onder Italiaanse edelen.
De “Tenerife” of “Bichon” werd populair in Frankrijk in de 16e eeuw tijdens de Renaissance. Ze genoten ook van een aanzienlijk succes in Spanje en in vele andere delen van Europa, om vervolgens hun populariteit te zien afnemen. Het Bichon hondenras beleefde een korte opleving onder het bewind van Napoleon III in de jaren 1800, maar ook deze populariteit hield geen stand. Op dat moment was de Bichon een gewone “straat” hond geworden, die overleefde door het vermaken van een voorbijganger, het begeleiden van orgeldraaiers en het uitvoeren van kunstjes in circussen. De Eerste Wereldoorlog bracht de Bichon in moeilijkheden, maar in 1933, implementeerde de Fédération Cynologique Internationale, met de hulp van Franse fokkers, een standaard voor het ras en gaf het de naam Bichon Frisé.
De Bichon Frisé arriveerde in de Verenigde Staten aan het eind van de jaren 1950. Daar werd hij goed verzorgd, geliefd en geaccepteerd in de harten van hondenliefhebbers in het hele land. De Amerikaanse Kennel Club erkende het ras in 1971.