Wat gebeurt er
Voordat u een bloedtransfusie krijgt, wordt de procedure aan u uitgelegd en wordt u gevraagd een toestemmingsformulier te ondertekenen.
Er wordt ook een monster van uw bloed genomen om uw bloedgroep te controleren.
U krijgt alleen bloed dat veilig is voor iemand met uw bloedgroep.
Tijdens een bloedtransfusie:
- U zit of ligt in een stoel of bed.
- Er wordt een naald ingebracht in een ader in uw arm of hand.
- De naald is verbonden met een slangetje en een zak bloed.
- Het bloed loopt door het slangetje in uw ader.
Het kan tot 4 uur duren om 1 zak bloed te krijgen, maar meestal gaat het sneller dan dit.
U kunt normaal gesproken snel naar huis, tenzij u ernstig ziek bent of veel bloed nodig heeft.
Hoe u zich kunt voelen tijdens en na
U kunt een scherpe prik voelen wanneer de naald voor het eerst in uw ader wordt gestoken, maar tijdens de transfusie mag u niets voelen.
U wordt regelmatig gecontroleerd terwijl u het bloed krijgt. Vertel het een medewerker als u zich onwel of ongemakkelijk voelt.
Sommige mensen krijgen koorts, rillingen of huiduitslag. Dit wordt meestal behandeld met paracetamol of door de transfusie te vertragen.
Uw arm of hand kan een paar dagen daarna pijn doen en een blauwe plek hebben.
Neem contact op met uw huisarts als u zich binnen 24 uur na de bloedtransfusie onwel voelt, vooral als u moeite heeft met ademhalen of pijn op uw borst of in uw rug.