Samenvatting van het Boek Deuteronomium

Deze samenvatting van het boek Deuteronomium geeft informatie over de titel, de auteur(s), de datum van schrijven, de chronologie, het thema, de theologie, een schets, een kort overzicht, en de hoofdstukken van het boek Deuteronomium.

Titel

De Hebreeuwse naam van het boek is �elleh haddebarim (“Dit zijn de woorden”) of, eenvoudiger, debarim (“woorden”; zie 1:1). Het woord “Deuteronomium” (dat “herhaling van de wet” betekent) is ontstaan uit een verkeerde vertaling in de Septuagint (de voorchristelijke Griekse vertaling van het OT) en de Latijnse Vulgaat van een zinsnede in Dt 17:18, die in het Hebreeuws “kopie van deze wet” betekent. De fout is echter niet ernstig, omdat Deuteronomium in zekere zin een “herhaling van de wet” is (zie Structuur en Schets).

Auteur en datum van schrijven

Het boek zelf schrijft het grootste deel van zijn inhoud toe aan Mozes (zie 1:1,5; 31:24 en noten). Om die reden schrijft het OT elders het grootste deel van Deuteronomium en andere Pentateuchale wetgeving aan Mozes toe (zie bijv. Joz 1:7-8; 23:6; 1Ki 2:3; 8:53; Mal 4:4 en aantekeningen). Evenzo schreef Jezus Dt 24:1 aan Mozes toe (Mt 19:7-8; Mc 10:3-5), Petrus schreef Dt 18:15,18-19 aan Mozes toe (Ac 3:22-23), evenals Stefanus (zie Ac 7:37-38 en noten), en Paulus schreef Dt 32:21 aan Mozes toe (Ro 10:19). Zie ook Mt 22:24 en noot; Mc 12:18-19; Lc 20:27-28. Tegelijkertijd lijkt het duidelijk dat het narratieve kader waarbinnen het Mozaïsche materiaal wordt geplaatst (b.v. de preambule en de conclusie; zie ook 5:1; 27:1,9,11; 29:1-2; 31:1,7,9-10, 14-25,30; 32:44-46,48-52; 33:1-2) van een andere — en onbekende — hand komt. Zie Inleiding tot Genesis: Auteur en datum van schrijven.

Historische setting

Deuteronomium lokaliseert Mozes en de Israëlieten in het gebied van Moab in het gebied waar de Jordaan uitmondt in de Dode Zee (1:5). Als zijn laatste daad op dit belangrijke moment van de overdracht van het leiderschap aan Jozua, hield Mozes zijn afscheidsrede om het volk voor te bereiden op hun intocht in Kanaän. Daarin legde Mozes de nadruk op de wetten die juist op zo’n moment nodig waren, en hij stelde ze voor op een manier die bij de situatie paste. In tegenstelling tot de zakelijke vertellingen van Leviticus en Numeri, komen hier de woorden van Mozes tot ons vanuit zijn hart, terwijl deze dienaar van de Heer Gods aanspraken op zijn volk Israël benadrukt.

Speciale functie in de Bijbel

Het traject van het verhaal dat zich in Genesis-Numeri ontvouwt, lijkt te vragen om een verslag van de verovering van Kanaän zoals dat in Jozua te vinden is, om de beweging van belofte naar vervulling af te sluiten (zie Inleiding tot Jozua: Titel en Thema). Maar Deuteronomium komt tussenbeide als een enorme onderbreking. Hier is er heel weinig voorwaartse beweging. Aan het eind van Numeri is Israël “op de vlakten van Moab bij de Jordaan tegenover Jericho” (Numeri 36:33) en aan het eind van Deuteronomium is het volk daar nog steeds (Dt 34:8), wachtend om de Jordaan over te steken (zie Joz 1:2). Het enige dat gebeurd is, is de overgang van de bediening van Mozes als Gods woordvoerder en officiële vertegenwoordiger naar die van Jozua in zijn plaats (Dt 34:9; zie Joz 1:1-2). Maar Mozes’ laatste handelingen als de door de Heer aangewezen dienaar voor de omgang met Israël zijn zo belangrijk dat Deuteronomiums verslag daarvan de afsluiting vormt van de Pentateuch, terwijl het boek Jozua, dat verhaalt over de eerste vervulling van de beloften aan de aartsvaders en de afsluiting van de zending waarop Mozes was uitgezonden (zie Nu 17:15-23; Joz 21:43-45), dient als de inleiding tot de Vroegere Profeten.

Deuteronomium schept dus een lange pauze in de voortgang van het verlossingsverhaal:

    1. van bevrijding uit slavernij aan een wereldmacht (Egypte) naar een plaats op aarde waar Israël een vrij volk kan zijn onder de heerschappij van God;
    2. van bevrijding uit wortelloosheid in de wereld na Babel (Abraham, Isaäk en Jakob) naar geborgenheid en “rust” (zie Dt 3:20 en noot; 12:10; 25:19) in het beloofde land;
    3. van bevrijding van een leven van verbanning uit Gods hof (Ge 3) tot een leven in het eigen land van de Heer waar Hij zijn tent heeft opgeslagen (Joz 22:19).

    Maar in die lange pauze op de drempel van het beloofde land herinnerde Mozes, in deze vernieuwing van het Sinaïtisch verbond, Israël er uitvoerig aan wat de Heer van hen als zijn volk verlangde als zij de Jordaan wilden oversteken, het beloofde land in bezit wilden nemen en daar de beloofde “rust” in gemeenschap met Hem wilden genieten. Het was een woord dat Israël keer op keer moest horen. Bij het lezen van de Pentateuch werd Israël steeds opnieuw op de drempel van het beloofde land en de beloofde “rust” gebracht om opnieuw dit laatste woord van God door zijn dienaar Mozes te horen (zie ook Ps 95:7b-22). Daarom wordt de hele geschiedenis van Israël in Kanaän, zoals verhaald in de Oude Profeten, onder het oordeel van dit woord gebracht.

    Theologisch onderricht en doel

    Het boek Deuteronomium is gegoten in de vorm van de oude Oosterse suzereiniteits-vazalverdragen van het tweede millennium v. Chr.c. Het bevatte de belofte van de Grote Koning om Israëls suzerein en beschermer te zijn als zij trouw zouden zijn aan hem als hun verbondsheer en gehoorzaam aan de verbondsbepalingen als het vazalvolk van zijn koninkrijk. Er zouden zegeningen zijn voor zulke gehoorzaamheid, maar vervloekingen voor ongehoorzaamheid (hfdst. 27 – 30). Het doel van Deuteronomium was de nieuwe generatie van het uitverkoren volk van de Heer voor te bereiden om zijn koninkrijksvertegenwoordigers te zijn in het land dat Hij hun onvoorwaardelijk had beloofd in het Abrahamitische verbond (zie Structuur en Schets hieronder; zie ook aantekeningen bij 3:27; 17:14,18).

    De liefdesrelatie van de Heer tot zijn volk, en die van het volk tot de Heer als hun soevereine God, doortrekt het hele boek. De geestelijke nadruk van Deuteronomium en de oproep tot volledige toewijding aan de Heer in aanbidding en gehoorzaamheid inspireerden tot verwijzingen naar de boodschap ervan in de rest van de Schrift. Met name de afdeling van de Hebreeuwse Bijbel die de Oude Profeten wordt genoemd (Jozua, Rechters, Samuël, Koningen) is grondig doordrenkt met de stijl, thema’s en motieven van Deuteronomium. Onder de Latere Profeten vertoont ook Jeremia een sterke invloed van dit boek.

    Structuur en Schets

    De literaire structuur van Deuteronomium ondersteunt zijn historische setting. Door zijn uitleggende, repetitieve, herinnerende en enigszins onregelmatige stijl laat het zien dat het een serie min of meer extra-mporaine toespraken is, waarin soms gebeurtenissen in niet-chronologische volgorde worden beschreven (zie bijv. 10:3). Maar het draagt in zijn structuur ook duidelijke reflecties van de suzerein-vazal verdragen van de voorafgaande en toenmalige staten van het Nabije Oosten, een structuur die zich leent voor de bijbelse nadruk op het verbond tussen de Heer en zijn volk. In die zin is Deuteronomium een verbondsvernieuwingsdocument, zoals uit de volgende schets blijkt:

  • Preamble (1:1-5)
  • Historische Proloog (1:6;4:43)
  • Voorschriften van het Verbond (4:44;26:19)
    • Het Grote Gebod: De eis van absolute trouw (4:44;11:32)
      • Gods verbondsheerlijkheid (4:44;5:33)
      • Het principe van de wijding (hfdst. 6)
      • Het programma voor de verovering van Kanaän (hfdst. 7)
      • Een oproep tot toewijding in het nieuwe land (hfdst. 8)
      • De les van de gebroken tafelen (9:1;10:11)
      • Een andere oproep tot toewijding (10:12;11:32)
    • Aanvullende vereisten (hfdst. 12-26)
      • Ceremoniële inwijding (12:1;16:17)
      • Menselijke leiders in Gods rechtvaardig koninkrijk (16:18;21:21)
      • Sanctiteit van Gods koninkrijk (21:22;25:19)
      • Belijdenis van God als Verlosser-Koning (hfdst. 26)
  • Bekrachtiging; Vervloekingen en Zegeningen (hfdst. 27-30)
  • Opvolging van leiderschap onder het verbond (hfdst. 31-34)
    • Verandering van leiderschap (31:1-29)
    • Lied van Mozes (31:30;32:47)
    • Mozes’ Testamentale Zegen over de Stammen (32:48;33:29)
    • Overlijden van Mozes en opvolging van Jozua (hfdst. 34)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *