Het voordeel van meiotische deling en geslachtelijke voortplanting is dat het genetische variatie in het nageslacht bevordert

De drie belangrijkste bronnen van genetische variatie die voortkomen uit geslachtelijke voortplanting zijn:

• Kruising (in profase I)
• Random assortiment chromosomen (in metafase I)
• Random samensmelten van gameten van verschillende ouders

Kruising

Kruising vindt plaats door de uitwisseling van DNA-segmenten tussen homologe chromosomen tijdens profase I

• De uitwisseling van genetisch materiaal vindt plaats tussen nietzusterchromatiden op punten die chiasmata worden genoemd

Als gevolg van deze recombinatie, zullen alle vier de chromatiden waaruit het bivalente chromosoom bestaat genetisch verschillend zijn

• Chromatiden die bestaan uit een combinatie van DNA afkomstig van beide homologe chromosomen worden recombinanten genoemd
• Nakomelingen met recombinante chromosomen zullen unieke gencombinaties hebben die in geen van beide ouders aanwezig zijn

Random Orientatie

Wanneer homologe chromosomen zich in metafase I op één lijn bevinden, is hun oriëntatie naar de tegenoverliggende polen willekeurig

De oriëntatie van elk bivalent gebeurt onafhankelijk, wat betekent dat verschillende combinaties van maternale / vaderlijke chromosomen kunnen worden geërfd wanneer bivalenten zich scheiden in anafase I

• Het totale aantal combinaties dat in gameten kan voorkomen is 2n – waarbij n = haploïd aantal chromosomen
• Mensen hebben 46 chromosomen (n = 23) en kunnen dus 8.388.608 verschillende gameten produceren (223) door willekeurige oriëntatie
• Als crossing over ook optreedt, wordt het aantal verschillende gametencombinaties onmeetbaar

Randomfertilisatie

De samensmelting van van twee haploïde gameten resulteert in de vorming van een diploïde zygote

• Deze zygote kan zich vervolgens delen door mitose en differentiëren tot een zich ontwikkelend embryo

Aangezien meiose genetisch verschillende gameten oplevert, zal willekeurige bevruchting door eicel en zaadcel altijd verschillende zygoten voortbrengen

• Identieke tweelingen worden gevormd na de bevruchting door de volledige splijting van de zygote in twee afzonderlijke celmassa’s