Cafeïne zit in veel gangbare voedingsmiddelen en dranken, zoals thee, warme cacao, chocolade en bruisende dranken. Over de hele wereld genieten mensen al honderden jaren van cafeïne als onderdeel van hun dieet. Coca-Cola in Australië biedt zowel cafeïnevrije als cafeïnehoudende dranken aan.
Een van de meest bestudeerde ingrediënten
Cafeïne is een uitvoerig bestudeerd ingrediënt in de voedselvoorziening, met eeuwen van veilig gebruik. Regelgevende instanties in de hele wereld, waaronder Food Standards Australia New Zealand (FSANZ), Food and Drug Administration in de VS (FDA) en de Food Standards Agency (FSA) in het Verenigd Koninkrijk, beschouwen het juiste gebruik van cafeïne in voedsel als veilig en aanvaardbaar.
Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven of vrouwen die zwanger willen worden, moeten een arts raadplegen over het gebruik van cafeïne.
Cafeïne in de voeding
De meest bekende bronnen van cafeïne zijn koffie, cacaobonen en theebladeren. Cafeïne is ook een ingrediënt in bruisende coladranken en andere dranken. De cafeïnegehaltes in populaire producten zijn als volgt:
Cafeïne (mg)
Verpakkingsgrootte(mL) | ‘Coca-Cola’ | ‘Diet Coke’ | ‘Coke Zero’ | Instant Koffie zonder melk |
Thee* | ||
100 | 9.7 | 12.8 | 9.6 | 31.0 | 19.0 | 175 | 17.0 | 22.4 | 16.8 | 54.3 | 33.3 |
200 | 19.4 | 25.6 | 19.2 | 62.0 | 38.0 | 250 | 24.3 | 32.0 | 24.0 | 77.5 | 47.5 |
300 | 29.1 | 38.4 | 38.4 | 38.1 | 28.8 | 93.0 | 57.0 | 93.0 | 57.0 | 330 | 32.0 | 42.2 | 31.7 | 102.3 | 62.7 |
375 | 36.4 | 48.0 | 36.0 | 116.0 | 116.0 | 375.3 | 71.3 |
385 | 37.3 | 49.3 | 37.0 | 119.4 | 73.2 | 390 | 37.8 | 49.9 | 37.4 | 120.9 | 74.1 |
440 | 42.7 | 56.3 | 42.2 | 136.4 | 83.6 | ||
450 | 43.7 | 57.6 | 43.2 | 139.5 | 85.5 | ||
600 | 58.2 | 76.8 | 57.6 | 186.0 | 114.0 |
*gebrouwen uit blad of theezakje Bron voor informatie over instantkoffie en -thee: AUSNUT 2010, FSANZ
Caffeïne in mousserende dranken
Caffeïne is een integraal onderdeel van de complexe smaak en het algehele profiel van sommige mousserende dranken, waarvan mensen genieten voor verfrissing, smaak en hydratatie. Al meer dan 100 jaar wordt in de formules van deze dranken een zorgvuldige afweging gemaakt tussen een mix van ingrediënten, waaronder zoetstoffen, koolzuur, cafeïne en andere aroma’s, om de verfrissende en pittige smaak te verkrijgen waar consumenten de voorkeur aan geven, vooral wanneer ze koud of met ijs worden geserveerd. De bittere smaak van cafeïne maakt deel uit van het complexe smaakprofiel van deze dranken.
De hoeveelheid cafeïne in onze colafrisdranken is relatief klein, 9,6 – 12,8 milligram cafeïne per 100ml portie of 24 – 32mg per 250ml kopje, minder cafeïne dan een kopje oploskoffie (dat ongeveer 77,5mg per 250mL kopje is). Omdat sommige mensen echter de voorkeur geven aan dranken zonder cafeïne, zijn veel mousserende dranken ook verkrijgbaar in cafeïnevrije versies.
Is cafeïne dehydraterend?
Wetenschappelijke consensus concludeert dat cafeïnehoudende dranken op dezelfde manier bijdragen aan de behoefte van het lichaam aan hydratatie als niet-cafeïnehoudende dranken. De Food and Nutrition Board van het Institute of Medicine in de VS stelt in zijn rapport van februari 2004 over ‘Dietary Reference Intakes for Water, Potassium, Sodium, Chloride and Sulfate*’: “…cafeïnehoudende dranken lijken op vergelijkbare wijze bij te dragen aan de dagelijkse totale waterinname als niet cafeïnehoudende dranken.”
In een onderzoek naar het effect van cafeïnehoudende en niet-cafeïnehoudende dranken op de hydratatiestatus werden geen significante verschillen gevonden in het effect van diverse combinaties (Grandjean, A et. al. The Effect of Caffeinated, Non-Caffeinated, Caloric and Non-Caloric beverages on Hydration, J. Am. College of Nutrition, 2000. 19, 591-600).
Daarnaast concludeerde een review over hydratatie dat gematigde inname van cafeïne (<300mg) dehydratatie niet bevordert (Ganio MS, et. al. Evidence-Based Approach to Lingering Hydration Questions, Clin. Sports. Med. 2007, 26, 1-16.
* Innames voor water, kalium, natrium, chloride, en sulfaat. Nationale Academie van Wetenschappen. Institute of Medicine. Food and Nutrition Board, 2004. 4; 133-134