Abstract

Sinds 1927, toen Graves (1) een beknopt overzicht gaf van 50 gevallen van carcinoma van de cervix bij nullipare vrouwen, bestond de literatuur over dit onderwerp voornamelijk uit verslagen van geïsoleerde gevallen en incidentele opmerkingen in de loop van de besprekingen van baarmoederkanker. De volgende studie werd ondernomen om baarmoederhalskanker bij nulliparae te vergelijken met baarmoederhalskanker bij parous vrouwen.

Sinds 1899 werd de diagnose van carcinoom van de baarmoederhals gesteld bij 715 patiënten die waren opgenomen op de afdeling Gynaecologie van het Ziekenhuis van de Universiteit van Pennsylvania. In 505 gevallen werd een definitieve pariteitsverklaring en een microscopische bevestiging van de diagnose vastgesteld. Deze 505 gevallen vormen de basis voor dit verslag. In deze studie wordt de patiënte als nullipaar beschouwd wanneer uit de gynaecologische anamnese blijkt dat zij nooit zwanger is geweest.

Percentage van nullipariteit: Uit de statistieken blijkt dat in de Verenigde Staten ongeveer 10% van de patiënten met kanker van de baarmoederhals nullipaar is (tabel I). Onze serie toont ongeveer hetzelfde percentage. Van de 505 patiënten met baarmoederhalskanker waren er 53 (10,5 %) nullipara. De meest opvallende feiten over deze patiënten zijn weergegeven in tabel II.