Abonneer je op Christianity Today en krijg direct toegang tot eerdere uitgaven van Christianity History!
Gratis nieuwsbrieven

Meer nieuwsbrieven

“Heer Jezus, het is voor U dat ik deze wrede dood lijdzaam onderga. Ik bid U genadig te zijn met mijn vijanden.”

Aan het begin van zijn monastieke carrière stuitte Maarten Luther, toen hij in een bibliotheek aan het rommelen was, op een boek met preken van Johannes Huss, de Bohemer die als ketter was veroordeeld. “Ik was overweldigd door verbazing,” schreef Luther later. “Ik kon niet begrijpen om welke reden ze zo’n groot man, die de Schriften met zoveel ernst en vaardigheid uitlegde, hadden verbrand.”

Tijdlijn

Dante voltooit de Goddelijke Komedie

Zwarte Dood treft Avignon

Dood van Willem van Ockham

John Huss geboren

John Huss sterft

Joan van Arc verbrand op de brandstapel

Huss zou een held worden voor Luther en vele andere Reformatoren, want Huss predikte belangrijke thema’s van de Reformatie (zoals vijandigheid tegen aflaten) een eeuw voordat Luther zijn 95 stellingen opstelde. Maar de Reformatoren keken ook naar het leven van Huss, in het bijzonder naar zijn standvastige toewijding tegenover de sluwe wreedheid van de kerk.

Van dwaasheid naar geloof

Huss werd geboren uit boerenouders in “Goosetown”, dat wil zeggen Husinec, in het zuiden van de huidige Tsjechische Republiek. (In zijn twintiger jaren verkortte hij zijn naam tot Huss – “gans”, en hij en zijn vrienden maakten graag woordspelingen op zijn naam; het was een traditie die voortduurde, vooral bij Luther, die zijn volgelingen herinnerde aan de “gans” die “gekookt” was omdat hij de paus had getart).

Om aan de armoede te ontsnappen, volgde Huss een priesteropleiding: “Ik had gedacht snel priester te worden om een goede kostwinning en kleding te verzekeren en door de mensen in achting te worden genomen”. Hij behaalde een bachelor, een master, en tenslotte een doctoraat. Onderweg werd hij gewijd (in 1401) en werd predikant in de Bethlehem Kapel in Praag (met 3000 plaatsen), de populairste kerk in een van de grootste steden van Europa, een centrum van hervorming in Bohemen (preken werden bijvoorbeeld gehouden in het Tsjechisch, niet in het Latijn).

Tijdens deze jaren onderging Huss een verandering. Hoewel hij enige tijd doorbracht met wat hij een “dwaze sekte” noemde, ontdekte hij uiteindelijk de Bijbel: “

Toen de Heer mij kennis gaf van de Schriften, ontlaadde ik dat soort domheid uit mijn dwaze geest.”

De geschriften van John Wycliffe hadden zijn belangstelling voor de Bijbel gewekt, en diezelfde geschriften veroorzaakten opschudding in Bohemen (technisch gezien het noordoostelijke deel van het huidige Tsjechië, maar een algemene term voor het gebied waar de Tsjechische taal en cultuur overheersten). De Universiteit van Praag was al verdeeld tussen Tsjechen en Duitsers, en Wycliffe’s leerstellingen verdeelden hen alleen maar meer. Vroege debatten draaiden om fijne punten van filosofie (de Tsjechen, met Wycliffe, waren realisten; de Duitsers nominalisten). Maar de Tsjechen, met Huss, warmden zich ook op voor Wycliffe’s hervormende ideeën; hoewel zij niet van plan waren de traditionele doctrines te veranderen, wilden zij meer nadruk leggen op de Bijbel, het gezag van de kerkeraden uitbreiden (en dat van de paus verminderen), en de morele hervorming van de geestelijkheid bevorderen. Zo begon Huss steeds meer vertrouwen te krijgen in de Schriften, “verlangend vast te houden, te geloven en te beweren wat daarin is vervat zolang ik adem in mij heb.”

Een politieke strijd volgde, waarbij de Duitsers Wycliffe en zijn volgelingen als ketters bestempelden. Met de steun van de koning van Bohemen kregen de Tsjechen de overhand, en de Duitsers werden gedwongen naar andere universiteiten te vluchten.

De situatie werd gecompliceerd door de Europese politiek, die toekeek hoe twee pausen streden om de heerschappij over het hele christendom. In 1409 werd in Pisa een kerkelijk concilie bijeengeroepen om de zaak te regelen. Het zette beide pausen af en verkoos Alexander V tot de rechtmatige paus (hoewel de andere pausen, die deze verkiezing afkeurden, hun facties bleven regeren). Alexander werd spoedig “overgehaald” – d.w.z. omgekocht – om de kant van de Boheemse kerkelijke autoriteiten te kiezen tegen Huss, die hen bleef bekritiseren. Huss kreeg een preekverbod en werd geëxcommuniceerd, maar alleen op papier: met steun van de plaatselijke Bohemen bleef Huss preken en prediken in de Bethlehem Kapel.

Toen Alexander V’s opvolger, de antipaus Johannes XXIII (niet te verwarren met de moderne paus met dezelfde naam), de verkoop van aflaten toestond om geld in te zamelen voor zijn kruistocht tegen een van zijn rivalen, was Huss geschandalizeerd en verder geradicaliseerd. De paus handelde louter uit eigenbelang, en Huss kon het morele gezag van de paus niet langer rechtvaardigen. Hij leunde nog zwaarder op de Bijbel, die hij tot de uiteindelijke autoriteit voor de kerk verklaarde. Huss betoogde verder dat het Tsjechische volk werd uitgebuit door de aflaten van de paus, wat een niet zo verholen aanval was op de Boheemse koning, die een deel van de aflaatopbrengst verdiende.

Scripture rebel

Daarmee verloor Huss de steun van zijn koning. Zijn excommunicatie, die stilzwijgend was opgeheven, werd nu nieuw leven ingeblazen, en de stad Praag kreeg een interdict opgelegd: geen enkele burger mocht ter communie gaan of begraven worden op kerkelijke grond zolang Huss zijn ambt bleef uitoefenen. Om de stad te sparen, trok Huss zich eind 1412 terug op het platteland. De volgende twee jaar besteedde hij aan koortsachtige literaire activiteiten en schreef hij een aantal verhandelingen. Het belangrijkste was De Kerk, dat hij naar Praag stuurde om in het openbaar te worden voorgelezen. Daarin betoogde hij dat alleen Christus het hoofd van de kerk is, dat een paus “door onwetendheid en geldzucht” veel fouten kan maken, en dat in opstand komen tegen een dwalende paus hetzelfde is als Christus gehoorzamen.

In november 1414 kwam het Concilie van Konstanz bijeen, en Huss werd door de Heilige Roomse keizer Sigismund aangespoord om te komen en rekenschap af te leggen van zijn doctrine. Omdat hem een veilig heenkomen was beloofd, en vanwege het belang van het concilie (dat belangrijke kerkelijke hervormingen beloofde), ging Huss. Toen hij aankwam, werd hij echter onmiddellijk gearresteerd, en hij bleef maandenlang gevangen. In plaats van een hoorzitting werd Huss uiteindelijk in ketenen voor de autoriteiten gesleept en alleen maar gevraagd zijn standpunten te herroepen.

Toen hij zag dat hij geen forum zou krijgen om zijn ideeën uit te leggen, laat staan een eerlijke hoorzitting, zei hij uiteindelijk: “Ik doe een beroep op Jezus Christus, de enige rechter die almachtig en volkomen rechtvaardig is. In zijn handen bepleit ik mijn zaak, niet op grond van valse getuigen en dwalende concilies, maar op grond van waarheid en gerechtigheid.” Hij werd naar zijn cel gebracht, waar velen hem smeekten zijn geloof te herroepen. Op 6 juli 1415 werd hij naar de kathedraal gebracht, gekleed in zijn priesterlijke gewaden, en vervolgens één voor één ontkleed. Een laatste kans om te recanteren weigerde hij op de brandstapel, waar hij bad: “Heer Jezus, voor U verdraag ik geduldig deze wrede dood. Ik bid U om genade met mijn vijanden.” Zijn beulen schepten zijn as op en gooiden die in een meer, zodat er niets van de “ketter” zou overblijven, maar sommige Tsjechen verzamelden stukjes aarde van de grond waar Huss was gestorven en namen die mee terug naar Bohemen als gedenkteken.

De Bohemen waren woedend over de executie en verwierpen het concilie; gedurende de volgende jaren weigerde een coalitie van Hussieten, radicale Taborieten en anderen zich te onderwerpen aan het gezag van de Heilige Roomse keizer of de kerk en weerstond drie militaire aanvallen. Bohemen verzoende zich uiteindelijk met de rest van het westerse christendom – zij het op zijn eigen voorwaarden (het was bijvoorbeeld een van de weinige katholieke gebieden die de communie zowel brood als wijn aanboden; de rest van het christendom ontving alleen het brood). Degenen die dit laatste compromis afwezen vormden de Unitas Fratrum (“Unie van Broeders”), die de basis werd voor de Moravische Broeders (Moravië is een regio in de Tsjechische Republiek), die een invloedrijke rol zouden spelen bij de bekering van onder andere de gebroeders Wesley.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *