Een contractiele vacuole (CV) complex is een membraangebonden osmoregulerend organel van zoetwater- en bodem-amoeben en protozoën dat overtollig cytosolisch water afscheidt, osmotisch verwerft, en naar de celbuitenzijde uitdrijft, zodat de cytosolische osmolariteit constant wordt gehouden onder een gegeven osmotische conditie. Afhankelijk van het organisme vertoont het CVC-complex (CVC) verschillende graden van specialisatie van zijn tubulaire en vesiculaire elementen. In de meest uitgebreide CVC’s van bepaalde ciliaten, b.v. Paramecium, is een centrale vacuole, de contractiele vacuole of cisterna, omgeven door radiaal georiënteerde ampullae of radiale armen. Deze ampullae zijn verbonden met een netwerk van kanalen. Overtollig cytosolisch water, dat osmotisch wordt verworven, wordt afgescheiden door de radiale armen en komt in de vacuole, zodat de vacuole opzwelt (de fase van vloeistofvulling). De vacuole wordt dan afgerond (de afrondingsfase) en de radiale armen scheiden zich van de vacuole. Het membraan van de vacuole versmelt dan met het plasmamembraan ter hoogte van de porie en de porie opent zich. De vacuole krimpt terwijl de vloeistof door de porie wordt afgevoerd (de fase van het afvloeien van de vloeistof). De porie sluit wanneer de vloeistof is afgevoerd. De radiale armen hechten zich dan weer aan de vacuole, zodat de vacuole weer opzwelt als de vloeistof vanuit de armen binnenkomt (de volgende fase van vloeistofvulling).