“Het is zo teleurstellend omdat het het tegenovergestelde is van wat wij zo leuk vonden aan het karakter,” zei de heer Boykin, die in Maui, Hawaii woont. Terwijl hij zei dat hij zichzelf er niet toe kon brengen het nieuwe boek te lezen, denkt zijn vrouw, die de dochter is van een leraar Engels, daar anders over. “
Ik zal het boek lezen,” zei ze, “alhoewel, als nieuwe moeder, wie weet wanneer!”
Atticus Gannaway uit Manhattan, een 37-jarige die op de universiteit Atticus ging heten (zijn ouders noemden hem Ryan), zei dat hij weliswaar niet opgetogen was over deze nieuwe ontwikkeling, maar dat hij troost vond in het idee dat “Watchman” deel zou kunnen uitmaken van een diepgaander gesprek over ras en geschiedenis in Amerika.
“Als mijn eigen naam daarvoor op de een of andere manier besmeurd moet worden, kan ik daar wel mee leven,” zei Gannaway.
Het had trouwens veel erger gekund. Men had Adolf kunnen heten, bijvoorbeeld. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Adolph, de meer gangbare Amerikaanse spelling, zijn populariteit van voor de oorlog nooit meer teruggevonden.
En Michael Sherrod, een bedrijfsprofessor aan de Texas Christian University, vond een aantal interessante keuzes in oude volkstellingsgegevens tijdens het schrijven van het boek “Bad Baby Names,” met Matthew Rayback.
Fanny Pack was een naam, net als Nice Carr. Warren Peace was een andere.
“Mensen werden vernoemd naar broodbeleg, mensen werden vernoemd naar de zeven hoofdzonden – we vonden ze allemaal behalve gulzigheid – mensen werden vernoemd naar gereedschap,” zei de heer Sherrod.