Er werden meer vragen gesteld, er werd meer onderzoek gedaan – maar blijkbaar was het “een sociaal gesprek” rond navels dat de Eureka voor Cobb en zijn zadelpassingswetenschap in gang zette. Hij kwam uit op een simpele vraag: “Zijn jouw ‘lady parts’ een ‘Innie’ of een ‘Outie’? Er is een fysiek verschil tussen de twee types, en dat verschil kan je helpen vertellen welk zadel het beste bij jouw lichaamstype past.”
“Omdat de seksuele anatomie van vrouwen lager in het bekkengebied ligt, en niet kan worden ‘aangepast’ zoals de seksuele anatomie van mannen, kan het vinden van comfort moeilijker zijn op een fietszadel.”
Cobb Cycles legt uit: “De seksuele anatomie van de vrouw, de vulva, schaamlippen en clitoris in het bijzonder, vormen het zachte weefsel van de vrouw dat de meeste zorgen en ongemak veroorzaakt voor vrouwelijke fietsers. De vulva en de schaamlippen zijn de buitenste blootgestelde weke delen rond de opening van de vagina. Omdat de seksuele anatomie van vrouwen lager in het bekkengebied ligt, en niet kan worden “aangepast” zoals de seksuele anatomie van mannen, kan het vinden van comfort op een fietszadel moeilijker zijn. Het uitoefenen van directe druk op dit zachte weefsel kan al snel leiden tot pijn, ontevredenheid en korte fietsritten.”
De puntjes op de i begonnen zich samen te voegen om het zadelpassysteem te creëren dat Cobb Cycles vandaag de dag gebruikt in hun online ‘welk zadel is geschikt voor jou’ vragenlijst: “Bij vrouwen die als ‘buitenbeentjes’ worden beschouwd, zijn de vulva en de schaamlippen veel geprononceerder en meer zichtbaar, vaak als een fysiek groter gebied. De clitoris kan ook een fysiek groter gebied zijn. Met andere woorden, er is meer vlezig oppervlak aan de uiterlijke geslachtsorganen voor degenen die als outies worden beschouwd. Voor de ‘Innies’ zijn de vulva, de schaamlippen en de clitoris meestal meer omsloten of naar binnen getrokken, zodat het kruisgebied gladder is. De innies hebben een kleiner blootgesteld zacht weefsel oppervlak.
“Tot nu toe lijkt het erop dat beide kunnen worden gevonden met beide schaambeen stijl, maar het begint te tonen dat de voorwaartse heupkom locatie in combinatie met het uitstekende schaambeen, neigt vaker een ‘Outie’ te zijn, terwijl een minder uitgesproken schaambeen neigt een ‘Innie’ te zijn.”
Hoewel zadelvoorkeur zijn eigen unieke factoren heeft, heeft Cobb een duidelijke trend gevonden: “We hebben gemerkt dat de ‘Outies’ de neiging hebben om de bredere neus zadels zoals de Max of Fifty-Five modellen te verkiezen, terwijl de ‘Innies’ consequent de Plus en V-Flow en de nieuwe Randee’ modellen verkiezen.”
We willen niet suggereren dat iedere lezer zich haast om een Cobb zadel te kopen – maar we willen wel suggereren dat het bepalen of je een ‘innie’ of een ‘outie’ bent je kan helpen een duidelijker idee te krijgen naar welke vorm zadel je moet zoeken.
Je vindt het misschien ook leuk:
7 Tips om het perfecte zadel te vinden
Zadelpijn: 16 Tips om ze te voorkomen
4 Redenen waarom een racefietser zich moet laten aanpassen