De oorzaak van een neuropathie vaststellen
Uw huisarts kan meestal de onderliggende oorzaak van een perifere neuropathie vaststellen.
Als diabetes wordt vermoed, kan hij meestal een betrouwbare diagnose stellen op basis van uw klachten, een lichamelijk onderzoek en controle van het suikergehalte in uw bloed en urine.
Als u een geneesmiddel gebruikt waarvan bekend is dat het perifere neuropathie kan veroorzaken, kan uw huisarts uw dosis tijdelijk stoppen of verlagen om te zien of uw klachten verbeteren.
Als de oorzaak onzeker is, kunt u worden doorverwezen naar een neuroloog voor meer bloedonderzoek ter controle:
- of u een zeldzame verworven oorzaak hebt die mogelijk verantwoordelijk is
- of u een genetische afwijking hebt, zoals de ziekte van Charcot-Marie-Tooth
- een röntgenfoto
- een CT-scan
- een MRI-scan
Het kan zijn dat u een lumbaalpunctie moet ondergaan om een heldere, kleurloze vloeistof die de hersenen en het ruggenmerg omgeeft en ondersteunt (cerebrospinaal vocht) te testen op ontstekingen.
Biopsie en scans
Occasioneel kan een zenuwbiopsie worden uitgevoerd als onderdeel van uw diagnose.
Dit is een kleine chirurgische ingreep waarbij een klein stukje van een perifere zenuw bij uw enkel wordt weggenomen om onder een microscoop te worden onderzocht.
De zenuw wordt dan gecontroleerd op veranderingen die op bepaalde vormen van perifere neuropathie kunnen duiden. Maar een zenuwbiopsie is zelden nodig.
U kunt ook een scan nodig hebben om te kijken naar een onderliggende oorzaak van uw neuropathie, zoals: