Wanneer het het beleid van de Verenigde Staten is om volledige deelname aan het nationale defensieprogramma door alle burgers van de Verenigde Staten aan te moedigen, ongeacht ras, geloof, huidskleur of nationale afkomst, in de vaste overtuiging dat de democratische manier van leven binnen de natie alleen met succes kan worden verdedigd met de hulp en steun van alle groepen binnen haar grenzen; en

Want er zijn bewijzen dat beschikbare en benodigde werknemers zijn uitgesloten van tewerkstelling in industrieën die zich bezighouden met defensieproductie, uitsluitend op grond van overweging van ras, geloof, huidskleur of nationale afkomst, ten nadele van het moreel van de werknemers en van de nationale eenheid:

Nu, daarom, krachtens het gezag dat mij door de grondwet en de statuten is verleend, en als voorwaarde voor het succesvol uitvoeren van onze nationale defensie productie-inspanning, bevestig ik hierbij opnieuw het beleid van de Verenigde Staten dat er geen discriminatie zal zijn in de tewerkstelling van arbeiders in de defensie-industrieën of de overheid op grond van ras, en ik verklaar hierbij dat het de plicht is van werkgevers en van arbeidsorganisaties, ter bevordering van genoemd beleid en van dit bevel, om te zorgen voor de volledige en billijke deelneming van alle werknemers in de defensie-industrieën, zonder discriminatie op grond van ras, geloof, huidskleur of nationale oorsprong;

En het wordt hierbij als volgt bevolen:

  1. Alle departementen en agentschappen van de regering van de Verenigde Staten die zich bezighouden met beroeps- en opleidingsprogramma’s voor de productie van defensiematerieel zullen speciale maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat dergelijke programma’s worden beheerd zonder discriminatie op grond van ras, geloof, huidskleur of nationale herkomst;
  2. Alle aanbestedende diensten van de Regering van de Verenigde Staten zullen in alle defensiecontracten waarover zij onderhandelen een bepaling opnemen die de aannemer verplicht geen enkele werknemer te discrimineren op grond van ras, geloof, huidskleur of nationale herkomst;
  3. Bij het Bureau voor Productiebeheer1 wordt een Comité voor Eerlijke Arbeidspraktijken ingesteld, dat zal bestaan uit een voorzitter en vier andere leden die door de President worden benoemd. De voorzitter en de leden van het comité zijn onbezoldigd in functie, maar hebben recht op de werkelijke en noodzakelijke vervoers-, verblijfs- en andere kosten in verband met de uitvoering van hun taken. De commissie ontvangt en onderzoekt klachten over discriminatie in strijd met de bepalingen van deze Orde en neemt passende maatregelen om gegronde klachten te corrigeren. De commissie zal ook aan de verschillende departementen en agentschappen van de regering van de Verenigde Staten en aan de president alle maatregelen aanbevelen die zij noodzakelijk of gepast acht om de bepalingen van deze beschikking uit te voeren.

Franklin D. Roosevelt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *