F.W. de Klerk, voluit Frederik Willem de Klerk, (geboren 18 maart 1936, Johannesburg, Zuid-Afrika), politicus die als president van Zuid-Afrika (1989-94) een einde maakte aan het apartheidssysteem van rassenscheiding en onderhandelde over een overgang naar meerderheidsbestuur in zijn land. Hij en Nelson Mandela ontvingen in 1993 gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede voor hun samenwerking bij het tot stand brengen van een niet-raciale democratie in Zuid-Afrika.

De Klerk was de zoon van een vooraanstaand politicus. Hij studeerde in 1958 cum laude af in de rechten aan de Potchefstroom Universiteit. Kort daarna begon hij een succesvol advocatenkantoor in Vereeniging, waar hij actief werd in burgerlijke en zakelijke zaken. In 1972 werd hij voor de Nationale Partij in het parlement gekozen. Zijn juridische talenten en het respect dat hij genoot brachten hem een aantal belangrijke ministerportefeuilles, waaronder mijnen en energiezaken (1979-82), binnenlandse zaken (1982-85), en nationaal onderwijs en planning (1984-89). In 1986 werd hij gekozen tot leider van het Huis van Afgevaardigden.

Nadat president P.W. Botha in januari 1989 ziek werd, werd De Klerk gekozen tot leider van de Nationale Partij en verzette zich met succes tegen Botha’s hervatting van het ambt na zijn herstel. De Klerk werd op 14 september formeel tot president gekozen door het Zuid-Afrikaanse driekamerparlement. Hij dankte zijn politieke succes aan de machtsbasis die hij had opgebouwd in Transvaal, waar hij vanaf 1982 voorzitter was van de provinciale Nationale Partij.

Als president zette de Klerk zich in om het door zijn voorganger begonnen hervormingsproces te versnellen en besprekingen over een nieuwe postapartheidsgrondwet te beginnen met vertegenwoordigers van de toen vier aangewezen rassengroepen (blank, zwart, gekleurd en Aziatisch). De Klerk kreeg te maken met een versterkte rechtse oppositie in het parlement (de Conservatieve Partij), maar na zijn beroemde openingstoespraak tot het parlement op 2 februari 1990 deed hij al snel het nodige om alle belangrijke politieke gevangenen, waaronder Nelson Mandela, vrij te laten en het verbod op het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) en het Pan-Afrikanistisch Congres van Azania op te heffen. Daarna had hij regelmatig ontmoetingen met zwarte leiders en in 1991 keurde zijn regering wetgeving goed tot intrekking van raciaal discriminerende wetten op het gebied van verblijf, onderwijs, openbare voorzieningen en gezondheidszorg in Zuid-Afrika. In 1992 riep hij een referendum uit waarin bijna 69% van de blanke kiezers zijn hervormingsbeleid goedkeurde. In datzelfde jaar begon De Klerk serieuze onderhandelingen met Mandela en andere zwarte leiders over een voorstel voor een nieuwe grondwet die de zwarte meerderheid meer rechten zou geven en zou leiden tot nationale verkiezingen voor alle rassen. Ondertussen ging zijn regering door met het systematisch ontmantelen van de wettelijke basis voor het apartheidssysteem.

Gebruik een Britannica Premium-abonnement en krijg toegang tot exclusieve inhoud. Abonneer u nu

Onder leiding van De Klerk bereikte de regerende Nationale Partij in de zomer van 1993 overeenstemming met het ANC over een overgang naar meerderheidsbestuur. De Klerk leidde de campagne van zijn partij tijdens de eerste verkiezingen in Zuid-Afrika in april 1994, waarbij het ANC de meerderheid van de zetels in de nieuwe Nationale Vergadering verwierf. De Klerk trad vervolgens toe tot de door Mandela gevormde regering van nationale eenheid en werd tweede vice-president. Hij trad af als vice-president in 1996 en als hoofd van de Nationale Partij in 1997, toen hij aankondigde zich uit de politiek terug te trekken. In 2000 richtte hij de F.W. de Klerk Foundation op en in 2004 de Global Leadership Foundation.

Zijn autobiografie, The Last Trek: A New Beginning, werd gepubliceerd in 1998.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *