In de film komen Adéliepinguïns voor die leven op Antarctica. Adéliepinguïns zijn een van de meest zuidelijke zeevogels ter wereld. In de film wordt beweerd dat lange en extreem koude Antarctische winters sommige groepen Adélies dwongen zich aan te passen door (opnieuw) het vermogen te verwerven om te vliegen. In de film reizen de pinguïns duizenden kilometers naar de regenwouden van Zuid-Amerika. Het verhaal van de film raadt avonturiers af om zelf te proberen vliegende pinguïns te zien. Deze vogels zijn zeldzaam, “ongrijpbaar en geheimzinnig”. Het is zo goed als onmogelijk om ze te vinden in de dichte jungles van Zuid-Amerika, of zelfs om hun migratie over de zuidelijke oceanen te zien. Na de migratie zien we de pinguïns landen in het bladerdak van het regenwoud.
De film werd ingesproken door Terry Jones (bekend van Monty Python). Wandelend in Antarctica tussen Adélies, zegt Jones:
We hadden dagenlang naar de pinguïns gekeken en ze gefilmd, zonder een hint te geven van wat er zou komen. Maar toen sloeg het weer om. Het was verbazingwekkend. In plaats van samen te komen in een groepje om zich te beschermen tegen de kou, deden ze iets heel onverwachts, wat geen enkele andere pinguïn kan.
De film toont vogels die de een na de ander opstijgen, waarbij de lucht verandert van normaal blauw in oranje bij zonsondergang en de hele hemel al snel gevuld is met duizenden grote zwermen vogels en vliegende pinguïns. De film toont hoe de pinguïns over ijsbergen vliegen en door een gat in een ijsberg. Antarctica wordt dan achtergelaten en de kijkers zien het groen van de regenwouden van Zuid-Amerika. In een geremasterde versie migreren de pinguïns over Antarctica naar alle continenten op het zuidelijk halfrond.