Vrouwelijke cavia’s die bestemd zijn om mee te fokken moeten voor het eerst gedekt worden voor ze 7 maanden oud zijn. Als de eerste dekking na deze tijd wordt uitgesteld, ontstaan er ernstige (soms levensbedreigende) problemen bij de bevalling. Een deel van het bekken van de drachtige zeug moet zich verbreden voor een geslaagde bevalling van haar jongen.
Deze scheiding komt niet tot stand bij vrouwtjes die voor het eerst worden gefokt na de leeftijd van 7 maanden, zodat meestal een keizersnede nodig is om de jongen ter wereld te brengen en het leven van de zeug te redden. Tekenen van dystocie zijn o.a. spierspanning en baarmoederbloedingen. U moet onmiddellijk hulp van een dierenarts inroepen als u een van deze tekenen opmerkt.
Uw dierenarts zal de drachtige zeug beoordelen door direct onderzoek en door het nemen van röntgenfoto’s. Als een vaginale bevalling van het jong niet mogelijk is, zal een keizersnede noodzakelijk zijn.
Drachtigheidstoxemie is een ernstige aandoening die meestal voorkomt bij zeugen met overgewicht in hun eerste of tweede dracht. De verschijnselen treden meestal op in de laatste twee weken van de dracht of in de eerste week na de geboorte en duren 1 tot 5 dagen. De verschijnselen zijn onder meer slechte eetlust, depressie, zwakte, onwil om te bewegen, incoördinatie, ademhalingsmoeilijkheden, coma en dood. Sommige getroffen zeugen vertonen geen tekenen en sterven dan plotseling.
Er is niet één oorzaak voor deze aandoening, maar stress en zwaarlijvigheid zijn belangrijke predisponerende factoren. Andere zijn gevorderde leeftijd, gebrek aan lichaamsbeweging, vasten vlak voor het begin van de verschijnselen, en een groot aantal zich ontwikkelende foetussen. Het fundamentele onderliggende probleem lijkt een ontoereikende bloedtoevoer naar de drachtige baarmoeder te zijn. Zeugen die een van deze symptomen vertonen, moeten onmiddellijk door uw dierenarts worden onderzocht. Omdat behandeling vaak niet succesvol is, is preventie van zwangerschapsvergiftiging van het grootste belang. Drachtige zeugen mogen niet zwaarlijvig worden. Vasten en stress moeten worden vermeden, vooral in de laatste weken van de dracht. Drachtige zeugen moeten ook steeds vers water en een voedzame voeding krijgen.