De fysische of biologische antropologie houdt zich bezig met de evolutie van de mens, zijn variabiliteit en zijn aanpassingen aan omgevingsstress. Vanuit een evolutionair perspectief onderzoeken we niet alleen de fysieke vorm van de mens – de botten, spieren en organen – maar ook hoe deze functioneert om te overleven en zich voort te planten.
Binnen het vakgebied van de fysische antropologie zijn er veel verschillende aandachtsgebieden. De paleoantropologie bestudeert de evolutie van primaten en hominiden aan de hand van het fossielenbestand en van wat kan worden vastgesteld door middel van vergelijkende anatomie en studies van de sociale structuur en het gedrag van onze meest naaste levende verwanten. Primatologen bestuderen halfapen, apen en mensapen en gebruiken dit werk om inzicht te krijgen in de kenmerken die elke groep verschillend maken en in die welke groepen met elkaar verbinden. Skeletbiologie concentreert zich op de studie van anatomisch moderne mensen, voornamelijk afkomstig van archeologische vindplaatsen, en tracht te begrijpen welke ziekten en omstandigheden deze mensen in het verleden hebben doorgemaakt voordat zij stierven. Forensisch antropologen gebruiken de studie van skeletbiologie om te helpen bij de identificatie en analyse van recenter overleden personen. Dergelijke zaken gaan vaak gepaard met complexe juridische overwegingen. Menselijke biologen concentreren zich op hedendaagse mensen en onderzoeken niet alleen hun anatomie en fysiologie, maar ook hun voortplanting en de effecten van sociale status en andere factoren op hun groei en ontwikkeling.
Omdat deze studies plaatsvinden binnen een begrip van de context van menselijk gedrag en cultuur, vormt de fysische antropologie een unieke schakel tussen de sociale en biologische wetenschappen. Bij UCSC richten we ons op skeletmateriaal, maar binnen het kader van een functionerend organisme, elk met zijn eigen levensverhaal geschreven in de botten. Primaire onderzoeksinteresses en expertisegebieden zijn onder meer menselijke skeletbiologie en forensische antropologie (Alison Galloway); antiek DNA, menselijke biologie, populatiebiologie, moleculaire evolutie (Lars Fehren-Schmitz); en primatologie, dieet, voeding, koolstof, ecologie en biogeochemie (Vicky Oelze). Onze goed uitgeruste antropologische laboratoria ondersteunen het programma.