In dit hoofdstuk bespreken we generaliseerbaarheid, overdraagbaarheid, en de onderlinge relatie tussen deze twee. We leggen ook uit hoe deze twee aspecten van onderzoek werken in verschillende methodologieën, en laten zien hoe onderzoekers deze concepten kunnen toepassen in het hele onderzoeksproces.
Generaliseerbaarheid Overzicht
Generaliseerbaarheid wordt toegepast door onderzoekers in een academische setting. Het kan worden gedefinieerd als de uitbreiding van onderzoeksbevindingen en conclusies van een onderzoek dat is uitgevoerd op een steekproefpopulatie naar de populatie in het algemeen. Hoewel de betrouwbaarheid van deze uitbreiding niet absoluut is, is zij statistisch waarschijnlijk. Omdat voor een goede generaliseerbaarheid gegevens over grote populaties nodig zijn, biedt kwantitatief onderzoek – bijvoorbeeld experimenteel onderzoek – de beste basis voor een brede generaliseerbaarheid. Hoe groter de steekproefpopulatie, hoe meer men de resultaten kan veralgemenen. Uit een uitgebreid onderzoek naar de rol van de computer in het schrijfproces zou bijvoorbeeld kunnen blijken dat het statistisch waarschijnlijk is dat leerlingen die het grootste deel van hun schrijfwerk op de computer doen, meer stukken tekst verplaatsen dan leerlingen die niet op de computer componeren.
Overdraagbaarheid Overzicht
Overdraagbaarheid wordt toegepast door de lezers van onderzoek. Hoewel generaliseerbaarheid meestal alleen van toepassing is op bepaalde soorten kwantitatieve methoden, kan overdraagbaarheid in meer of mindere mate van toepassing zijn op de meeste soorten onderzoek. Anders dan bij generaliseerbaarheid gaat het bij overdraagbaarheid niet om algemene beweringen, maar worden lezers van onderzoek uitgenodigd verbanden te leggen tussen elementen van een onderzoek en hun eigen ervaring. Docenten op de middelbare school zouden bijvoorbeeld selectief de resultaten van een onderzoek dat aantoont dat heuristische schrijfoefeningen studenten op de universiteit helpen, kunnen toepassen op hun eigen klas.
Interrelaties
Generaliseerbaarheid en overdraagbaarheid zijn belangrijke elementen van elke onderzoeksmethodologie, maar ze sluiten elkaar niet uit: generaliseerbaarheid berust, in verschillende mate, op de overdraagbaarheid van onderzoeksresultaten. Het is belangrijk voor onderzoekers om de implicaties van deze twee aspecten van onderzoek te begrijpen alvorens een studie op te zetten. Onderzoekers die van plan zijn een generaliseerbare bewering te doen, moeten de variabelen die bij de studie betrokken zijn zorgvuldig onderzoeken. Daartoe behoren de steekproef van de gebruikte populatie en de mechanismen achter het formuleren van een causaal model. Bovendien, als onderzoekers de resultaten van hun studie overdraagbaar willen maken naar een andere context, moeten zij een gedetailleerd verslag bijhouden van de omgeving waarin hun onderzoek plaatsvindt, en een rijke beschrijving van die omgeving opnemen in hun eindrapport. Gewapend met de wetenschap dat de steekproefpopulatie groot en gevarieerd was, en met gedetailleerde informatie over de studie zelf, kunnen lezers van onderzoek met meer vertrouwen generaliseren en de bevindingen naar andere situaties overbrengen.