Fuzzy Estimate?
De cijfers kloppen misschien niet helemaal, maar ze geven aan dat veel mensen een slecht gezichtsvermogen hebben dat gecorrigeerd zou kunnen worden.
De gegevens omvatten 765 mensen (bijna 6% van de groep) die vergaten hun corrigerende lenzen mee te nemen naar het oogonderzoek. Als deze mensen buiten beschouwing worden gelaten, zou dat betekenen dat ongeveer 5%, in plaats van 6,4%, van de deelnemers een verminderd gezichtsvermogen had.
De onderzoekers schrijven dat ze “denken dat het passend is” om deze deelnemers mee te rekenen, hoewel ze erkennen dat dit “kan resulteren in een overschatting” van de prevalentie van slechtziendheid.
Aan de andere kant deden 990 deelnemers aan het onderzoek geen oogonderzoek en 938 anderen hadden geen volledige gezichtsscherptegegevens.
Mensen zonder gezichtsscherptegegevens waren vaker arm, lager opgeleid en niet blank. Deze kenmerken kwamen vaker voor bij deelnemers met een verminderd gezichtsvermogen. Om die reden waarschuwen de onderzoekers dat ze de prevalentie van visuele beperkingen kunnen hebben onderschat.
Hoe dan ook, het corrigeren van problemen met het gezichtsvermogen is “een belangrijke volksgezondheidsinspanning met implicaties voor de veiligheid en kwaliteit van leven,” schrijven Vitale en collega’s.