De ijskoude Antarctische wateren herbergen een bijzonder gevarieerd en levendig scala aan zeespinnen, mariene geleedpotigen die zo groot als diner borden groeien en gebruik maken van hun spichtige poten voor ademhaling en spijsvertering. Onderzoekers vrezen dat deze beestjes (zoals de reusachtige Antarctische zeespin Colossendeis megalonyx, hierboven afgebeeld) te lijden zullen krijgen als de oceanen warmer en zuurder worden, maar een internationale samenwerking heeft aangetoond dat moderne zeespinnen afkomstig zijn van een lange lijn van standvastige overlevers.
In de studie hebben wetenschappers alle levende families van zeespinnen (die 89 soorten omvatten, allemaal ver verwant aan landspinnen) genetisch gesequeneerd om de eerste uitgebreide stamboom te creëren. De resultaten laten zien welke lichaamsdelen wanneer zijn geëvolueerd, en onthullen dat de voorouders van de moderne zeespinnen veel ouder en sterker zijn dan eerder werd gedacht. Deze groep heeft bijna 500 miljoen jaar gefloreerd en gediversifieerd, zo meldt het team deze maand in Molecular Biology and Evolution. Dit ondanks de dramatische veranderingen in de temperatuur en chemie van de oceaan die gepaard gingen met de massa-extinctie aan het einde van het Perzisch tijdperk, waarbij bijna al het leven in zee uitsterfte.
Wat maakt zeespinnen zo taai? Het antwoord is nog onduidelijk; het helpt dat ze niet afhankelijk zijn van een verkalkt pantser zoals mosselen en oesters, dat oplost in zuur water. Maar alleen de tijd zal leren hoe de huidige kruipertjes het er vanaf zullen brengen tegen de uitdagingen van deze tijd, zoals microplastics, olielekkages en vernietiging van habitats.