De tenhemelopneming van Maria is altijd door de Kerk geloofd en gevierd, hoewel het pas op 1 november 1950 als een dogma van het geloof werd beschouwd. Vanaf zeer oude tijden heeft de Kerk in het oosten en het westen plechtig een liturgisch feest gevierd ter herdenking van het “Ontslapen van Maria” of de “Tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw”. In het Gregoriaans Sacramentarium dat Paus Adrianus I tussen 784 en 790 aan Karel de Grote stuurde, staat de volgende oorspronkelijke tekst: “Eerbiedwaardig voor ons, o Heer, is het feest van deze dag waarop de heilige Moeder Gods de tijdelijke dood heeft geleden, maar toch niet door de banden van de dood kon worden neergehouden, die uit haarzelf uw vleesgeworden Zoon Onze Lieve Heer heeft verwekt.”
aus Pius XII hield rekening met de talrijke voorzienige verzoeken van de kardinalen van het Heilig College, aartsbisschoppen, bisschoppen, mensen uit bisdommen en uit parochies en in feite van hele volkeren van God, die smeekbeden om de definitie van het dogma van het geloof met betrekking tot Maria’s lichamelijke Tenhemelopneming. Op 1 mei 1946 besloot paus Pius XII een encycliek te zenden, getiteld “Deiparae Virginis Mariae”, aan zijn eerbiedwaardige broeders patriarchen, primaten, aartsbisschoppen en andere ordinarissen in vrede en gemeenschap met de Apostolische Stoel, over het voorstel om het dogma van Maria Tenhemelopneming definitief vast te stellen. In deze brief verzocht de Heilige Vader hen “God met aandrang te bidden opdat Hij de wil van zijn immer beminnelijke goedheid in deze zaak duidelijk zou openbaren” (Paus Pius XII Deiparae Virginis Mariae nr. 3) Daartoe vroeg de Heilige Vader zijn eerbiedwaardige broeders of zij geloofden dat de Kerk de tenhemelopneming van Onze Lieve Vrouw kon voorstellen en als dogma kon vaststellen en of dit de overtuiging en het verlangen was van de Priesters en de leden van de katholieke gelovigen in hun gemeenschappen.
Terwijl de grote meerderheid van de bisschoppen positief op dit voorstel reageerde, gebeurde er in Rome iets dat de goddelijke bevestiging scheen te zijn in antwoord op het verzoek van de Heilige Vader. Op 12 april 1947 verscheen de Maagd Maria aan Bruno Cornacchiola en nodigde hem uit opnieuw toe te treden tot de katholieke Kerk die hij had vervolgd. Onze Lieve Vrouw sprak onder andere over haar lichamelijke Tenhemelopneming en zei: “
Paus Pius XII was op de hoogte van de gebeurtenissen in TreFontane en geloofde in de verschijning. Hij zegende het beeld op 5 oktober van datzelfde jaar. Het beeld was van natuurlijke grootte en bevindt zich vandaag de dag nog steeds in de Grot van de Maagd van de Openbaring in Tre Fontane. Deze episode droeg ook bij tot de definitie van het dogma.
Ten slotte sprak paus Pius XII op 1 november 1950 met de afkondiging van de Apostolische Constitutie “Munificentissimus Deus” de plechtige proclamatie uit dat “wij steeds weer gebeden van smeking tot God hebben uitgestort, en het licht van de Geest der Waarheid hebben aangeroepen, voor de glorie van de Almachtige God die zijn speciale genegenheid heeft uitgestort over de Maagd Maria, voor de eer van haar Zoon, de onsterfelijke Koning van de Eeuwen en de Overwinnaar over zonde en dood, voor de vergroting van de glorie van diezelfde doorluchtige Moeder, en voor de vreugde en de verrukking van de gehele Kerk; op gezag van onze Heer Jezus Christus, van de zalige apostelen Petrus en Paulus, en op ons eigen gezag, verklaren, verklaren en definiëren wij het als een goddelijk geopenbaard dogma: dat de Onbevlekte Moeder van God, de Maagd Maria, na de voltooiing van haar aardse leven, met lichaam en ziel is opgenomen in de hemelse heerlijkheid”.