Er wordt gezegd: “van alcoholistische ouders, alcoholistische kinderen”. Maar dit is niet helemaal waar. Het alcoholistische gedrag van je vader, je moeder of je oom, zal niet noodzakelijkerwijs alcoholisme bij jou of je kinderen veroorzaken. Er wordt veel gesproken over de genetische factor (en deze factor verklaart slechts ongeveer 50% van het verschijnsel), en over de vraag of er misschien een aanleg voor alcoholisme bestaat die erfelijk is.
Hier betreden we de complexe wereld van genetica, erfelijkheid, en andere factoren in iemands leven die ertoe kunnen leiden dat hij of zij worstelt met alcoholgebruiksstoornissen. Als je een alcoholist in je familie hebt, vraag je je waarschijnlijk af: word ik net zo’n alcoholist als mijn ouders? Heb ik een alcoholprobleem? Hoe zit het met mijn kinderen? Zullen zij ook een alcoholstoornis ontwikkelen?
Moleculaire Genetica van Alcoholisme
Enkele studies tonen de genetische aanleg aan om de ziekte van alcoholisme te ontwikkelen. Wat in ieder geval meer bewezen lijkt te zijn, is alcoholintolerantie. Dat wil zeggen dat sommige mensen alcohol niet verdragen, en dat hun consumptie hoofdpijn, misselijkheid, enz. veroorzaakt, zelfs in kleine hoeveelheden. Bijna alle alcoholisten hebben zeer lage niveaus van beta-endorphines.
Wanneer de hersenen de productie van beta-endorfinen stopzetten, raken zij gewend aan de aanwezigheid van overschotten en beginnen zij meer en meer afhankelijk te worden van de externe bron: alcohol. Talrijke genen zijn in verband gebracht met de ziekte, maar hun bijdrage is niet 100% zeker. Deze genen werken via intermediaire kenmerken zoals impulsiviteit en gevoeligheid voor alcohol, wat de definitie van het fenotype alcoholisme complex maakt.
Als mijn ouders alcoholisten zijn, word ik dan ook een alcoholist?
Als iemand gedurende een langere periode wordt blootgesteld aan grote hoeveelheden van een verslavende stof, is het waarschijnlijk dat de hersenen worden omgebouwd om naar die stof te verlangen. Zelfs als er geen genetische component aanwezig is, kan iemand door de cultuur waarin hij opgroeit toch een aanleg voor een alcoholgebruiksstoornis erven. Hoewel alcoholgebruik niet op alle mensen hetzelfde effect heeft, maken volgens wetenschappers verschillende endorfinespiegels deze mensen gevoeliger voor alcohol en daardoor vatbaarder voor afhankelijkheid.