Religieuze en seculiere cultuur komen samen in het toenemende gebruik van namaste (uitgesproken als \NAH-muh-stay) in het Engels: de term wordt geassocieerd met zowel het hindoeïsme als yoga. Het woord komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk “buig voor u” of “ik buig voor u,” en wordt gebruikt als begroeting. Sanskriet is de oude en klassieke literaire taal van het Hindoeïsme, die vandaag de dag dient als een geleerde taal en lingua franca onder geleerden. Andere bekende ontleningen aan het Sanskriet in het Engels zijn karma en nirvana.
Veel Amerikanen kwamen voor het eerst in aanraking met het woord ‘namaste’ toen ze in het midden van de 20e eeuw over het pas onafhankelijk geworden India lazen.
De Sanskriet uitdrukking namaste is gevormd uit namaḥ, wat “buiging, gehoorzaamheid, aanbidding” betekent, en het enclitisch voornaamwoord te, wat “aan jou” betekent. Het zelfstandig naamwoord namaḥ is op zijn beurt een afgeleide van het werkwoord namati, wat betekent “(zij of hij) buigt, buigt.”
Voor zo’n oud woord is het vrij recent in het Engels terechtgekomen. Het werd getranslitereerd als na-mas-tay, namasthe, en namaste totdat de laatste halverwege de 20e eeuw standaard werd. Het eerste gebruik ervan voor een breed Amerikaans lezerspubliek werd, niet verrassend, geassocieerd met verhalen over het pas onafhankelijk geworden India en zijn leider:
In reactie daarop sloot Nehru zijn handpalmen voor zijn borst. Deze traditionele Hindoe namasthe (groet) is evenzeer een deel van zijn publieke manier van doen als het V teken voor Churchill.
-TIME, 16 augustus 1948Goedmoedig nam Nehru het geschenk in ontvangst. Op de top van de helling draaide hij zich om en vouwde zijn handen in een afscheidsgroet. “Tot ziens en veel geluk,” riep hij.
-TIME, 17 oktober 1949
Eerst gebruik van de term in het Engels is te vinden in de Engelstalige Indiase pers:
Tussen haakjes, mijnheer, is het te veel gezegd dat het de hoogste tijd is dat Indiase leden elkaar met een waardig salaam of een hartelijke namaste begroeten of in het Hindi complimenten met elkaar uitwisselen?
-L. A. Adwani, (brief) The Times of India (New Delhi, India), 31 mrt. 1920
Uw bestanden laten zien dat een verwant woord, namaskar, werd overwogen voor vermelding tijdens het werk aan de herziening van ons Onverkorte Woordenboek in de jaren 1950. Een concept-definitie luidt:
: een respectvolle Indiase aanspreekvorm of groet die wordt uitgevoerd door de handpalmen ineen te slaan, het hoofd te buigen en “namaskar” te zeggen
Onder de citaten voor dit woord is een verslag van Gandhi’s begrafenis:
Een voor een kwamen ze voorbij, sommigen deden namaskar (handen in gebedshouding), anderen bogen laag en raakten met hun voorhoofd de grond aan.
-U.N. World, april 1948
Anderen verklaren op soortgelijke wijze de betekenis van het woord in de context:
De oude man maakte zijn gebruikelijke namaskar – de Indiase groet van gevouwen handen.
-The New Yorker, 26 mei 1951
Maar namaskar is niet blijven hangen in het Engels, en in plaats daarvan is er vandaag de dag veel bewijs voor de twee-woord zinnen namaste pose, namaste gesture, en namaste posture. De Oxford English Dictionary vermeldt namaste ook gebruikt als een werkwoord, wat betekent “een namaste (aan) geven.”
Een verwant woord, namazlik, wat “gebedskleed” betekent, werd opgenomen in Merriam-Webster’s 1934 Unabridged editie, Webster’s Second. Het komt van het Turkse woord namaz dat “aanbiddingsritueel, gebed” betekent en gaat terug op het Middelperzisch en Avestaans (de oudste Iraanse taal) naar nǝmahya- (“eren, eer bewijzen”), een afgeleide van nǝm- (“buigen”), dat precies verwant is aan het Sanskriet namati, waardoor het oude gebaar en de oude traditie van gebedskleedjes met elkaar verbonden worden via de oude wortels van ver verwante talen.