Ik ben ongeveer zes maanden geleden van Bakersfield naar Richmond verhuisd en begon me net aan te passen aan het leven hier. Het gevoel dat ik mijn geboortestad miste was nog niet helemaal weg, maar het werd langzaam beter.
Het bevel tot opvang veranderde bijna alles. Ik kon niet naar Bakersfield om mijn beugel af te laten doen, het schoolbal ging niet door en ik kon mijn vader of mijn vrienden niet bezoeken. Niet weten wanneer dit allemaal voorbij zal zijn en alles weer normaal zal worden is behoorlijk beangstigend. Het maakt het ook moeilijk om plannen te maken.
Het lijkt wel alsof er telkens wanneer iets in het leven makkelijker wordt, iets ergers gebeurt. Mijn moeder werkt nog steeds, dus ze gaat bijna elke dag uit. Ze werkt voor een organisatie die kinderen opvangt die bij hun ouders zijn weggehaald.
Zij zegt dat ze ermee omgaat door dit te zien als een kans om iets terug te doen voor de gemeenschap en meer tijd met haar familie door te kunnen brengen. Mijn oma en ik, aan de andere kant, zijn niet in staat om ergens heen te gaan. Zij is 66, dus dat brengt haar in de leeftijdscategorie van mensen die het meest vatbaar zijn om ziek te worden.
Zij blijft graag op de hoogte door het nieuws te volgen, maar het horen van al die informatie kan voor mij overweldigend zijn. Zij en ik zitten in de auto als mijn moeder naar de winkel gaat, maar we kunnen er niet uit. Ik had niet gedacht dat ik op een dag niet meer naar de supermarkt zou kunnen omdat het te riskant is.
Ik had ook nooit gedacht dat ik school zou missen, maar dat is wel zo. Het is moeilijk om mijn klasgenoten en leraren niet te zien. Ik had me niet gerealiseerd dat al die willekeurige gesprekken in de klas en het bijpraten met mijn vrienden tijdens de lunch zo’n groot deel van mijn leven uitmaakten.
Het thuis doen van schoolwerk is stressvol geweest. Ik ben er nog niet in geslaagd tijd voor mezelf en school van elkaar te scheiden, omdat het allemaal door elkaar lijkt te lopen.
Het is veel gemakkelijker om uit te stellen, waardoor al mijn schoolwerk zich aan het eind van de week opstapelt. Een deel van mij denkt dat de werklast van mijn lessen is toegenomen, maar dat komt misschien omdat ik gewend ben het werk in een klaslokaal te doen.
Distance learning zal mettertijd gemakkelijker worden, maar ik hoop dat tegen het volgende schooljaar alles weer normaal zal zijn. Dat wens ik niet alleen voor school, maar ook voor het dagelijks leven, want ik heb al maanden niemand meer gezien in Bakersfield. Ik hoopte er deze zomer heen te gaan om familie en vrienden te bezoeken en ik zou het vreselijk vinden als ook dat niet door zou gaan.
Voordat iedereen gedwongen werd thuis te blijven, was ik beslist gelukkiger en keek ik uit naar de zomer. Om mezelf te behoeden voor al te sombere gevoelens over dit alles, probeer ik me te concentreren op het heden.
Dachten aan het verleden en de leuke dingen die ik vroeger kon doen, maken het moeilijker om blij te zijn met mijn leven op dit moment. Dat geldt ook voor denken aan de toekomst. Focussen op de toekomst lijkt bijna onmogelijk omdat alles zo onzeker is.
Ik hoop dat we op een dag allemaal weer snel terug zijn bij ons gewone leven.
–
Marina Knowles is leerling aan de Richmond High School in het West Contra Costa Unified School District. Ze is een schrijfster van het West Contra Costa Student Reporting Project.