Wat is internationaal recht?
Internationaal recht, ook wel “internationaal publiekrecht” genoemd, regelt de betrekkingen en activiteiten tussen naties. Het bevat ook regels voor het functioneren van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties. Daarnaast regelt het de behandeling door staten van individuen en rechtspersonen (d.w.z. niet-natuurlijke personen, zoals een vennootschap, een vereniging of een personenvennootschap).
Internationaal recht is te onderscheiden van “internationaal privaatrecht” (ook bekend als “conflictenrecht”), dat betrekking heeft op transacties tussen individuen en rechtspersonen uit verschillende naties.
Merk op dat het internationaal recht naar naties verwijst als soevereine staten. In deze context worden met soevereine staten niet staten binnen een natie bedoeld. Bovendien zijn afzonderlijke staten in de Verenigde Staten niet bevoegd om internationale betrekkingen aan te gaan. De grondwet van de Verenigde Staten ontzegt de staten uitdrukkelijk deze bevoegdheid, en verleent deze aan de federale regering. (U.S. Const. Art. I, § 10).
Internationaal recht omvat verschillende gebieden, zoals internationale handel, de oprichting en ontbinding van staten, het gebruik van geweld (met betrekking tot de vraag wanneer een staat geweld mag gebruiken tegen een andere staat), gewapende conflicten (“humanitair recht”, dat regelt hoe een staat een gewapend conflict voert), mensenrechten (die zijn vastgelegd in verschillende internationale instrumenten, zoals de Verklaring van de Rechten van de Mens), vluchtelingen, misdrijven, milieu, arbeid, de zee, het luchtruim, en postdiensten.
Hoe wordt het internationaal recht gehandhaafd?
Internationaal recht verschilt van binnenlands recht. In de Verenigde Staten handhaven de federale en deelstaatregeringen de Amerikaanse binnenlandse wetgeving. Wat het internationaal recht betreft, is er echter geen regering of internationale organisatie die het internationaal recht handhaaft. Hoewel de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties maatregelen kan goedkeuren die handhaving toestaan, is de handhavingsinstantie die dergelijke maatregelen zou moeten uitvoeren (art. 43), er nooit gekomen omdat de lidstaten er niet in slaagden de nodige middelen (zoals troepen) ter beschikking te stellen. (Een handhavingsorgaan moet niet worden verward met de bestaande vredeshandhavingstroepen van de Verenigde Naties, die tot taak hebben de vrede en veiligheid te handhaven, niet inbreuken op het internationaal recht te doen naleven).
Hoe worden internationale geschillen opgelost?
Internationale geschillen leiden soms tot een gewapend conflict tussen staten, ondanks het verbod op agressief geweld (dat wil zeggen: geweld dat niet wordt gebruikt ter zelfverdediging) (Handvest van de Verenigde Naties, art. 2(4)). De meeste geschillen tussen staten worden echter vreedzaam beslecht. Vreedzame beslechting geschiedt vaak langs diplomatieke weg, waarbij staten zich onder druk van andere staten vrijwillig conformeren aan het internationaal recht. Een ander vreedzaam beslechtingsmechanisme is het voorleggen van de zaak door de twistende staten aan een internationaal tribunaal, rechtbank of arbitrage-instantie.
Wat zijn de bronnen van het internationaal recht?
- Internationale overeenkomsten
- Gemeenschapsrecht
- jus cogens (betekent “sterke wet” of “dwingend recht”)
- resoluties van internationale organisaties (in sommige omstandigheden)
- tot op zekere hoogte, besluiten van internationale tribunalen, rechtbanken, en arbitrages (afhankelijk van de onderliggende overeenkomst tot arbitrage)
- sommige algemene rechtsbeginselen
- rechterlijke uitspraken en academische verhandelingen (maar alleen als hulpbronnen)
Internationale overeenkomsten (zoals verdragen, conventies, convenanten en protocollen) tussen staten zijn de oudste bronnen van internationaal recht. Het oudst bekende verdrag dateert van 1380 v. Chr., van een verbond tussen de Hettitische koning Suppiluliuma I en Aziras van Amurru (een Noord-Syrische provincie van het Egyptische rijk).
Gemeenschapsrecht is recht dat is ontwikkeld uit een gewoonte van staten om uit een gevoel van verplichting een bepaald gebruik na te leven.
Jus cogens beschrijft peremptoire normen van internationaal recht waarvan niet bij verdrag mag worden afgeweken. (Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, art. 53, 64). Volken mogen zich bijvoorbeeld niet onttrekken aan de wet die slavernij verbiedt.
In bijzondere omstandigheden kunnen internationale organisaties bindend recht creëren. Resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties kunnen bindend zijn voor de lidstaten (artt. 41, 42, 48, 49). Een voorbeeld van zo’n resolutie is een resolutie die sancties oplegt aan een staat als reactie op een schending van het internationaal recht die een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid.
Uitspraken van internationale tribunalen (met inbegrip van rechtbanken en arbitrage) vormen recht in zoverre zij bindend zijn voor de staten die partij zijn bij de procedure. Dergelijke uitspraken zijn niet bindend voor niet-partijen, maar kunnen dienen om de samenstelling van het internationaal recht aan andere staten en tribunalen kenbaar te maken.
Andere bronnen van internationaal recht kunnen worden afgeleid uit die waarover het Internationaal Gerechtshof (het “ICJ”, ook bekend als “het Wereldgerechtshof”, het belangrijkste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties) beschikt. Naast de reeds genoemde bronnen kan het Wereldgerechtshof zich baseren op algemene rechtsbeginselen “zoals erkend door beschaafde naties” bij het afleiden van het internationale recht (Statuut van het ICJ, art. 38). Als secundaire bronnen kan het Hof ook putten uit “rechterlijke uitspraken en leerstellingen van de hoogst gekwalificeerde publicisten van de verschillende naties” bij het vaststellen van de regels van het volkenrecht (Statuut van het ICJ, art. 38).
Laatst bijgewerkt in februari 2020