Kwik was al bekend bij de oude Chinezen en Hindoes en is gevonden in 3500 jaar oude Egyptische graven. Kwik komt meestal niet vrij in de natuur voor en wordt voornamelijk gewonnen uit het mineraal cinnaber (HgS). Spanje en Italië produceren ongeveer de helft van de wereldvoorraad kwik.
Mercury kan worden gebruikt om thermometers, barometers en andere wetenschappelijke instrumenten te maken. Kwik geleidt elektriciteit en wordt gebruikt om stille, standafhankelijke schakelaars te maken. Kwikdamp wordt gebruikt in straatlantaarns, fluorescentielampen en reclameborden.
Kwik vormt gemakkelijk legeringen met andere metalen, zoals goud, zilver, zink en cadmium. Deze legeringen worden amalgamen genoemd. Amalgamen worden gebruikt om goud uit ertsen te winnen, tandvullingen te maken (in het geval van zilver) en om de levensduur van droge celbatterijen te verlengen (in het geval van zink en cadmium).
Mercurium vormt nuttige verbindingen met andere elementen. Kwikchloride (HgCl2) is een zeer giftig zout en werd vroeger gebruikt om wonden te ontsmetten. Kwikchloride (Hg2Cl2), ook wel calomel genoemd, is een antisepticum dat wordt gebruikt om bacteriën te doden. Van kwiksulfide (HgS) wordt een rood verfpigment gemaakt dat vermiljoen wordt genoemd. Kwikoxide (HgO) wordt gebruikt om kwikbatterijen te maken.
Mercury is giftig en kan het lichaam binnendringen via de luchtwegen, het spijsverteringskanaal of direct via de huid. Het stapelt zich op in het lichaam en kan uiteindelijk ernstige ziekte of de dood veroorzaken.