Alle spinnen produceren zijde, maar niet alle spinnen spinnen webben. Zijde wordt gebruikt om te klimmen, webben te maken, gladde wanden in holen te bouwen, eierzakken te bouwen en prooien in te pakken. Waar komt het vandaan? De meeste spinnen hebben vier of meer openingen, of klieren, op hun achterlijf die spindoppen worden genoemd. Wanneer de spin de zijde vrijgeeft, lijkt het één draad, maar het zijn eigenlijk vele dunne draden die aan elkaar kleven. Zodra deze vloeibare zijde in de lucht komt, verhardt ze.

Veel spinnen gebruiken hun zijde voor iets dat ‘draglines’ heet. Dit is een touwachtig web dat de spin helpt om terug naar huis te klimmen als ze vallen of zich laten vallen.

Verschillende spinnen produceren verschillende soorten zijde. Zijde kan kleverig, droog of rekbaar zijn. Verrassend genoeg is zijde zo sterk dat sommige spinnen het gebruiken om te reizen. Met een uiteinde vastgemaakt aan een oppervlak, zoals een boomtak, hangt de spin aan het uiteinde en laat zich door de wind meevoeren! Net als Spiderman! Dit wordt ‘ballonvaren’ genoemd en kan de spin vele kilometers ver brengen.

Grote spinnen, zoals de enorme vogeletende spinnen, kunnen met hun sterke webben dieren zo groot als vleermuizen, muizen, vissen, vogels en zelfs slangen vangen en onderwerpen.Spinnen als de Bolaspin vissen met hun zijde. Als ze hun prooi zien, slingeren ze een lijn uit met een kleverig bolletje aan het uiteinde, dat aan de vleugels of het lichaam van hun volgende maaltijd blijft kleven! Wie wist dat zijde zo nuttig kon zijn… of gevaarlijk – als je een insect bent!

Wist je dat spinnen hun zijde recyclen? Ja, ze eten op wat niet meer nuttig is en beginnen opnieuw met vers spul.