Ophthalmoscopie: Onderzoek van de binnenkant van het oog, met inbegrip van de lens, het netvlies en de oogzenuw, door middel van indirecte of directe oftalmoscopie.
Indirecte oftalmoscopie maakt gebruik van een hoofdlamp om met een zeer helder licht in het oog te schijnen. Dit wordt meestal gedaan door een oogarts.
Directe oftalmoscopie wordt meer gebruikt. De onderzoeker gebruikt een apparaatje ter grootte van een zaklantaarn om het oog te onderzoeken. Het apparaat bestaat uit een holle spiegel en een op batterijen werkend lampje (in het handvat). De onderzoeker kijkt door een enkel monoculair oculair in het oog van de patiënt. De oftalmoscoop is uitgerust met een roterende schijf lenzen waarmee het oog op verschillende diepten en vergrotingen kan worden onderzocht. Dit kan worden versterkt door geneesmiddelen die de pupil verwijden en de opening naar de structuren in het oog vergroten.
De oftalmoscoop is van onschatbare waarde op vele terreinen van de geneeskunde, waaronder cardiologie (hart- en vaatziekten), hematologie, medische genetica, neurologie, neurochirurgie, reumatologie, gezinsgeneeskunde, kindergeneeskunde, interne geneeskunde en geriatrie. Visualisatie van het netvlies is belangrijk bij aandoeningen zoals de effecten van glaucoom, diabetes en hypertensie en bij aandoeningen zoals hersentumoren en meningitis/encefalitis die een verhoogde intracraniële druk kunnen veroorzaken.
De uitvinding van de oftalmoscoop wordt vaak ten onrechte toegeschreven aan de grote Duitse arts-wetenschapper Hermann von Helmholtz (1821-1894). Helmholtz demonstreerde het principe van de oftalmoscoop in 1850 met behulp van een ruw apparaat (karton, lijm en microscoopglasplaten). Met behulp van zijn oftalmoscoop kon Helmholtz het oog van de waarnemer plaatsen in de baan van de lichtstralen die het oog van de patiënt binnenkwamen en verlieten, zodat het netvlies van de patiënt kon worden gezien.
Het was echter niet Helmholtz die als eerste in het levende netvlies keek, noch de eerste die een apparaat ontwierp om het netvlies te bekijken. In 1823 observeerde Johannes Purkinje de achterkant van het oog en in 1847 vervaardigde Charles Babbage een ophthalmoscoop die vergelijkbaar was met de later door Helmholtz ontwikkelde. Het werk van Purkinje en Babbage bleef grotendeels onbekend. Helmholtz herontdekte de oftalmoscoop en zag en communiceerde onmiddellijk het belang ervan.
SLIDESHOW
Roze oog (Conjunctivitis) Symptomen, Oorzaken, Behandelingen Zie Diashow