Menkaure was de vijfde koning in de lijn van de Vierde Dynastie, in het Oude Rijk van het oude Egypte. Volgens archeologisch bewijs besteeg hij de troon na de dood van zijn vader Khafre in 2530 v. Chr. Zijn naam werd in het oude Egyptische dialect ook wel gespeld als ‘Menkaura’. Volgens de geschiedschrijver Manetho volgde Menkaure een koning op die Bikheris heette. Hij regeerde ongeveer 18 of 22 jaar over Egypte, zoals blijkt uit de historische bewijzen die tot dusver over hem zijn ontdekt. Menkaure werd opgevolgd door zijn jongere zoon, Shepseskaf.
Als farao wordt Menkaure herinnerd om zijn vriendelijkheid en religiositeit, in tegenstelling tot zijn vader Khafre en grootvader Khufu. In de moderne geschiedenis is hij vooral beroemd geworden door de bouw van zijn eigen graftombe in de necropolis van Gizeh, die nu algemeen bekend staat als de ‘Piramide van Menkaure’. Menkaure stierf hoogstwaarschijnlijk in 2500 v. Chr. volgens de geschriften die in zijn tombe zijn gevonden.
Menkaure’s familiegeschiedenis
De koningslijst van Turijn en ander historisch bewijs geven aan dat Menkaure de zoon was van farao Khafre en de kleinzoon van de beroemde farao Khufu. Zijn moeder was koningin Khamerernebty I, zoals vermeld staat op een vuurstenen mes, ontdekt in zijn graftombe. Hij had verschillende broers en sommigen van hen dienden als viziers aan het koninklijk hof van Menkaure; volgens de bewijzen waren hun namen Nebemakhet, Nikaure, Iunmin, en Nikaure. Een andere jongere broer, Sekhemkare, trad toe tot het koninklijk hof na de dood van Menkaure, waarschijnlijk vanwege zijn jonge leeftijd tijdens de regering van zijn oudere broer.
Menkaure had twee echtgenotes en één van hen was zijn eigen zuster, koningin Khamerernebty II. Zijn tweede vrouw was zijn halfzuster koningin Rekhetre. Volgens wat nu bekend is, had Menkaure 3 zonen en 2 dochters. Zijn oudste zoon was kroonprins Khuenre, de zoon van koningin Khamerernebty II, die op jonge leeftijd stierf, vóór zijn vader. Vandaar dat zijn tweede zoon Shepseskaf zijn troonopvolger werd, volgens de Turijnse koningslijst. Menkaure had nog een zoon Sekhemre, zoals blijkt uit een standbeeld bij de piramide van Menkaure. Khentkaus I, de koningin van de volgende farao Shepseskaf, was een dochter van Menkaure; terwijl zijn tweede dochter op jonge leeftijd stierf, tijdens het leven van haar vader, volgens het verslag van de Griekse historicus Herodotus.
De piramide van Menkaure
In de Egyptische taal stond de piramide van Menkaure bekend als ‘Netjer-er-Menkaure’, oftewel ‘Menkaure is goddelijk’. De enorme funderingsbasis van deze piramide was gebouwd van kalksteen en meet 108,5 meter in lengte. Deze piramide is de kleinste van de drie piramiden die in de necropolis van Gizeh zijn opgegraven, met een hoogte van slechts 65,5 meter. Naast de hoofdpiramide heeft dit complex drie kleinere piramiden, waarvan er twee om een onbekende reden onvolledig werden gelaten. Onder deze drie piramiden bevindt zich in de grootste en de volledig voltooide piramide een standbeeld van een koningin.
Zijn vrouw, koningin Khamerernebty II werd waarschijnlijk ook in een van deze drie piramiden begraven. De dodentempel van de hoofdpiramide van Menkaure bevat 3 beelden van de Farao en Koningin Khamerernebty II met een Egyptische Godin, gebouwd van roze graniet. De grafkamer van deze hoofdpiramide ligt ten westen van de dodentempel, waar zich de grote stenen sarcofaag bevindt, die geheel van basalt is gemaakt en hiërogliefen en versieringen als een paleisgevel draagt. De valleitempel van deze piramide was gemaakt van bakstenen en herbergde verscheidene beelden van Menkaure en zijn vrouwen samen met verscheidene Egyptische godheden.