In de middenschool worden de leerlingen ondergedompeld in themagebonden projectcycli. Deze projectcycli combineren concepten uit Engels en sociale studies (Betekenissen) en concepten uit wetenschap en wiskunde (Patronen) in een 9-weken durend project dat kennis uit elk kerngebied haalt. Tijdens deze projecten werken leerlingen samen met behulp van het design thinking-proces om echte problemen op te lossen met de hulp van of voor partners uit de gemeenschap. Leerlingen worden vervolgens in staat gesteld om hun leerproces met anderen te delen.

Leerlingen op de middelbare school hebben de unieke mogelijkheid om toegang te krijgen tot de programma’s en tentoonstellingen in het museum. Zo kunnen de leerlingen de geschiedenis of de wetenschap die ze leren van dichtbij meemaken op een praktische manier. Wanneer onze leerlingen aardrijkskunde leren, kunnen ze voorwerpen zien uit de verschillende plaatsen die ze bestuderen, en niet alleen de naam op een kaart zien. Wanneer leerlingen onderzoek doen naar innovatie, krijgen ze toegang tot artefacten uit het archief die hen een volledig beeld geven van hoe een voorwerp geëvolueerd is tot wat ze vandaag kennen. Als ze fotosynthese onderzoeken, werken ze samen met denkers in de gemeenschap om systemen te ontwerpen waarmee planten kunnen groeien in stedelijke omgevingen, in de ruimte of zonder traditionele methoden.

Het projectgebaseerde model stelt leerlingen in staat hun vaardigheden en leren over te brengen naar nieuwe situaties op manieren die authentiek zijn, verbonden met mensen die ze persoonlijk kennen in de gemeenschap of voorwerpen die ze uit de eerste hand hebben ervaren.