Offshore olie- en gasplatforms, scheepswrakken en windmolenparken staan erom bekend dat ze fungeren als kunstmatige riffen, die een breed scala aan mariene soorten aantrekken, zoals algen, ongewervelde soorten en vissen. Met behulp van Remotely Operated Vehicle (ROV) video’s gemaakt voor technische inspectie van acht Nederlandse en negen Deense olie- en gasplatforms, karakteriseren we de abundantie en diversiteit van ongewervelden en vissoorten aangetroffen op of rond deze kunstmatige harde substraten. Nederlandse platforms in het zuidelijke deel van de Noordzee bevonden zich op dieptes variërend van 26 tot 46 m, terwijl Deense platforms die ongeveer 400 km noordelijker lagen dieper waren (40-66 m). In totaal werden 38 taxa geïdentificeerd. De meest voorkomende soorten waren Mytilus edulis (Mollusca), Metridium senile (Cnidaria) en Asterias rubens (Echinodermata). Er werd één niet-inheemse soort geïdentificeerd: Mnemiopsis leidyi (Ctenophora). Er werd een significante clustering van soortengemeenschappen gevonden op basis van geografische locatie: een zuidelijke cluster dicht bij de Nederlandse kustlijn en een noordelijke cluster bij Denemarken (p = .01). De soortenrijkdom was niet significant verschillend tussen de geografische clusters; de gemiddelde Braun-Blanquet abundantie was echter significant hoger in de noordelijke cluster (p < .05). De ongewervelde en visgemeenschappen veranderden niet significant met de diepte. De dieptezone was echter een significante clusteringfactor (p = .01): gemeenschappen dichter bij de zeebodem (maximum diepte min 5 m) werden gekenmerkt door een hogere soortendiversiteit en soortenrijkdom in vergelijking met gemeenschappen dichter aan de oppervlakte (<10 m). Toekomstig onderzoek moet zich richten op de mogelijke rol van habitatcomplexiteit, substraatoriëntatie en -type, en interspecifieke relaties in het verklaren van de verschillende gemeenschappen op offshore platforms.