De bouw van het Paleis begon in 1839 rond de ruïnes van een oud hiëronymietenklooster dat in de zestiende eeuw door koning Manuel I werd opgericht en door Ferdinand II werd aangekocht. Het bevat architectonische verwijzingen van Manuelijnse en Moorse influcentie die een verrassend “Duizend-en-een-nacht”-effect teweegbrengen. Rond het paleis plantte de koning met soorten uit de hele wereld het park van Pena (85 hectare) aan, dat tegenwoordig het belangrijkste arboretum van Portugal is.
Na een bezoek aan Pena schreef componist Richard Strauss: “Vandaag is de gelukkigste dag van mijn leven. Het is het mooiste wat ik ooit heb gezien. Dit is de ware Tuin van Klingsor – en daar, hoog boven ons, staat het Kasteel van de Heilige Graal.
Het zestiende-eeuwse klooster dat Ferdinand II verwierf, oefende een grote fascinatie uit op de koning, een gevolg van zijn Germaanse opvoeding en de romantische verbeelding van die tijd, die in de ban waren van de heuvel en de esthetische opwaardering van de ruïnes. Het aanvankelijke project was slechts de restauratie van het gebouw om als zomerresidentie voor de koninklijke familie te dienen, maar zijn enthousiasme deed hem besluiten tot de bouw van een paleis als uitbreiding van het klooster.
In het park bracht de uitdrukking van de romantische esthetiek, gecombineerd met de zoektocht naar exotisme in de onstuimigheid van de natuur, de koning ertoe kronkelende paden te ontwerpen die de bezoeker naar opmerkelijke plaatsen of opmerkelijke uitzichtpunten leiden: het Hoge Kruis, de Zuilentempel, de Sint-Catharinahoogte, de Monnikengrot, de Kleine Vogelfontein, de Vallei van de Varen van de Koningin en de Vallei der Meren. Langs deze paden heeft hij, met de ijver van zijn verzamelaar, uit alle werelddelen inheemse bossoorten aangeplant. Bijzonder vermeldenswaard zijn de verzamelingen Aziatische camelia’s, die in de jaren 1840 door koning Ferdinand II in het Park van Pena werden geïntroduceerd en die sindsdien het kenmerk van het winterseizoen van Sintra zijn geworden, als motief voor bals en feesten.
De belangrijkste collectie is de Tuin van Camelia’s, geplant door de Franse tuinman Bonnard, waar naast de internationale cultivars ook Portugese cultivars te zien zijn die genoemd zijn als eerbetoon aan elk lid van de koninklijke familie uit die tijd. Het exotische arboretum omlijst paviljoens en kleine gebouwen, waardoor een scène van ongeëvenaarde natuurlijke schoonheid en ook van grote historische en culturele relevantie ontstaat.
Het hele jaar geopend, is het mogelijk om van dit rijke natuurlijke erfgoed te genieten langs vrije of begeleide routes, in een onvergetelijke ervaring.