Het is niet allemaal Grieks voor ons: Als we het over eLearning hebben, worden de woorden “pedagogie” en “andragogie” vaak in de mond genomen. Pedagogie is beide van Griekse oorsprong en betekent letterlijk paidi (kind) en ago (gids). Andragogie daarentegen betekent andras (mens) en ago (gids). Hoewel beide woorden verwijzen naar leerstrategieën, hebben ze elk hun eigen verschillende filosofieën. Als je het verschil tussen pedagogie en andragogie begrijpt, krijg je een duidelijker idee van hoe en waarom je leerlingen het beste leren.

Op het eerste gezicht verwijst andragogie naar de methoden en benaderingen die in het volwassenenonderwijs worden gebruikt en die gericht zijn op zelfontplooiing, het opdoen van ervaring en het oplossen van problemen. Pedagogiek daarentegen is een onderwijsmethode waarbij de leerling afhankelijk is van de leraar voor begeleiding, evaluatie en het verwerven van kennis. Het probleem? Iemand die de pedagogische theorie toepast op een klaslokaal vol professionals, zou kunnen merken dat zijn inspanningen als kinderspel overkomen.

Wat zijn de verschillen tussen Pedagogiek en Andragogiek?

Leerling komt aan tafel met weinig levenservaring. Kind-achtig leren komt met een blanco lei en de opvoeder is een van de meest invloedrijke figuren, omdat leeftijdsgenoten waarschijnlijk hetzelfde gebrek aan ervaring hebben.

Leerlingen gaan vooruit als ze de noodzakelijke stappen hebben doorlopen. Leerlingen krijgen te horen wat ze moeten doen om een onderwerp onder de knie te krijgen en naar het volgende te gaan.

Leren wordt voorgeschreven door een instructeur en op een logische manier geordend. Onderwerpen worden onderverdeeld in inhoudseenheden.

Leerlingen worden gemotiveerd door externe bronnen, zoals ouders en leraren. Het onderwerp wordt afgerond met een voldoende of een onvoldoende.

Pedagogisch Andragogisch
Leerling is afhankelijk van de leraar. De leraar is degene die de vorderingen evalueert en de volledige verantwoordelijkheid op zich neemt voor het onderwezene en de doeltreffendheid ervan. Leerling is afhankelijk van zichzelf. De methode vereist zelfevaluatie en sturing en het zelf neemt de verantwoordelijkheid voor het proces.
Leerling gebruikt levenservaring als basis. Docenten bouwen voort op bestaande kennis en vereisen begrip voor uiteenlopende achtergronden. Volwassenen leren van de instructeur, maar ook van elkaar.
Leren wordt uitgelokt door een willekeurig aantal levenservaringen en niet noodzakelijkerwijs geleid door een aangewezen docent. Leerlingen gaan niet verder naar een ander onderwerp, maar vullen waar nodig hiaten in hun kennis op.
Leren wordt door de leerling zelf voorgeschreven. Leerlingen zien een probleem of een hiaat in hun kennis en organiseren onderwerpen rond oplossingen voor hun leven/werk.
Leerlingen worden gemotiveerd door intrinsieke middelen: eigenwaarde, kwaliteit van leven, probleemoplossing en de zoektocht naar erkenning. Onderwerpen worden voltooid door meesterschap.

Knowles’ Theorie

Vóór 1950 was zo’n beetje alles wat we wisten over leermethoden gericht op de manier waarop kinderen functioneerden. Het traditionele onderwijs was immers zo’n beetje hoe en waar onderwijs plaatsvond. Uiteindelijk nam volwassen opvoeder en onderzoeker Malcolm Knowles de term “andragogie” aan om naar de unieke motivatoren te verwijzen die volwassen lerenden gebruikten. Terwijl kinderen meer extrinsieke motivatie nodig hadden en vertrouwden op door de instructeur geleide methodes, merkte Knowles op dat volwassenen zelfgestuurd waren en sterk vertrouwden op hun vroegere levenservaringen wanneer zij leermogelijkheden benaderden.

Knowles definieerde een theorie over volwassen lerenden die opvoeders hielp beter inzicht te krijgen in hoe/waarom volwassen lerenden leren, waaronder:

  • Volwassenen zijn zelfgericht
  • Volwassenen gebruiken hun ervaringen uit het verleden als leermiddelen
  • Volwassenen zijn gemotiveerd om te leren in relatie tot hun sociale rollen
  • Volwassenen geven de voorkeur aan het leren van oplossingen die kunnen worden toegepast in realistische situaties
  • Volwassenen vertrouwen op intrinsieke motivaties

Leren van volwassenen

Het lijkt misschien semantiek, maar als je de verschillen tussen pedagogie en andragogie begrijpt, kun je een groot verschil maken tussen matig leren en volwassenen die klaar en betrokken zijn. Dit betekent niet dat kinderen en volwassenen altijd anders leren (beiden hebben bijvoorbeeld een positieve reactie op animatie). Feit is dat volwassenen met andere motivatoren aan tafel komen. Zij weten wat in het verleden heeft gewerkt of hebben gewoonten die van invloed zijn op de manier waarop zij leren en nieuwe informatie ontvangen. Daarom kan het benaderen van nieuwe onderwerpen met een traditionele pedagogische strategie hen onaangedaan en ongeïnteresseerd laten.

Andragogie inspireert docenten om de leerervaringen beter te laten aansluiten op wat volwassen lerenden al weten. Door ruimte te bieden voor een eigen mening, een beter tempo, en kenniscontroles en -herhalingen, kunnen volwassenen hun reeds verworven kennis afzetten tegen de nieuwe onderwerpen die ze voorgeschoteld krijgen. Zie het als een van de bijkomstige voordelen van het lesgeven aan volwassenen: Andragogie laat ruimte voor een leven lang leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *