Achtergrond
De peroneusspier en -pezen lopen langs de buitenzijde van het onderbeen naar beneden tot in de voet. De pees van de peroneus brevis hecht zich aan een bot aan de buitenzijde en in het midden van de voet. De peroneus longus pees loopt onder de voet en hecht aan de binnenzijde van de voetboog. Samen helpen zij de voet en de enkel te stabiliseren. Een letsel aan de peroneuspees wordt dan ook vaak verkeerd gediagnosticeerd als een laterale (buitenste) verstuiking van de enkelbanden. De blessure is vaak het gevolg van onjuiste of snel toenemende training, of overbelasting bij sporten of activiteiten waarbij de enkel herhaaldelijk wordt bewogen, zoals dansers, hardlopers en voetballers. Sporters met slecht passende schoenen, hogere bogen of naar binnen gedraaide hielen lopen een hoger risico op peroneusblessures door de grotere druk op de peroneuspezen. De soorten peroneuspeesblessures omvatten tendonitis (peesontsteking), subluxatie (verplaatsing van de pees uit zijn normale positie), en tendinose (degeneratieve scheuring van de peesvezels).
Symptomen
Symptomen kunnen variëren, maar presenteren zich meestal als pijn en zwelling langs de laterale zijde van de enkel. Er kan ook een gevoel van zwakte of instabiliteit van de enkel zijn, vooral bij het afzetten van de tenen. In geval van subluxatie kan een knappend gevoel langs de buitenzijde van de enkel worden gevoeld tijdens het lopen.
Evaluatie en behandeling in de sportgeneeskunde
Bij het onderzoek zal een gevoeligheid langs het verloop van de pezen worden waargenomen. Afhankelijk van de ernst en recentheid van het letsel kan ook zwelling worden waargenomen. Vaak verhindert de blessure het uitvoeren van een teenverhoging of het lopen op de tenen. De arts zal ook stabiliteitstests uitvoeren om de ernst van het letsel te beoordelen.
Röntgenfoto’s zijn meestal normaal, maar echografie of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) kunnen een abnormaal uiterlijk of een scheur van de pees aantonen. Beeldvorming kan ook nuttig zijn om andere letsels aan ligamenten of botten uit te sluiten, zoals een breuk of het os peroneum syndroom (een aandoening waarbij een extra bot naast de peroneuspezen kan breken of de omliggende weefsels kan beknellen).
Behandeling
Behandeling bestaat uit rust, ijs, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zoals ibuprofen of naproxen, en een fysiotherapieregime dat zich richt op bewegingsoefeningen voor de enkel, versterking van het peroneus en proprioceptie (evenwichtsoefening). In ernstigere gevallen kan immobilisatie met een loopschoen nodig zijn. Steroïde injecties worden vaak vermeden en met voorzichtigheid uitgevoerd, omdat dit de pees en de omliggende zenuwen kan beschadigen. Platelet-rijk plasma (PRP) wordt nog onderzocht. Indicaties voor chirurgie zijn falen van conservatieve behandeling, recidiverende peroneusinstabiliteit, en ruptuur van de peroneuspees. Actieve subluxatie van de pezen kan ook een operatie noodzakelijk maken, omdat dit zonder ingrijpen tot een scheuring kan leiden.
Letselpreventie
Preventie moet bestaan uit een goede voorbereiding voorafgaand aan de training of het sportseizoen, goed passend schoeisel en een adequate revalidatie van enkel- of voetblessures.
Herintreding
Herintreding in sport en activiteit kan maanden duren, zelfs na uitgebreide fysiotherapie, en moet zorgvuldig worden begeleid door een medisch deskundige.
AMSSM Member Authors
Jason Brucker, MD and Craig Young, MD
Baumhauer JF, Nawoczenski DA, DiGiovanni BF, Flemister AS. Pijn in de enkel en peroneuspeespathologie. Clin Sports Med. 2004 Jan;23(1):21-34.
Wilder RP, Sethi S. Overbelastingsblessures: tendinopathieën, stressfracturen, compartimentsyndroom, en shin splints. Clin Sports Med. 2004 Jan;23(1):55-81.
Simpson M, Howard T. Tendinopathies of the foot and ankle.” Am Fam Physician. 2009 Nov 15;80(10):1107-1114.
Oh SJ, Kim YH, Kim SK, Kim MW. “Painful os peroneum syndrome presenting as lateral plantar foot pain.” Ann Rehabil Med. 2012 February; 36(1): 163-166.