Aanpassingen
Ogen aan de zijkant
Zoals de meeste prooisoorten heeft het Przewalski paard grote ogen die aan de zijkant van het hoofd staan. Ze kunnen rondom zien behalve direct achter zich, zelfs als ze hun hoofd omlaag houden tijdens het grazen of drinken.
Wintervacht/Zomervacht
Przewalskipaarden hebben een dichte vacht voor de koude winters en een lichtere vacht voor de hete zomers. Door hun bruine kleur passen ze goed in hun grasland- en woestijnomgeving.
Lichamelijke beschrijving
- Ze wegen 247-383 kg.
- Przewalskipaarden staan op de schouder 12-14 handen of 120-146 cm hoog.
- Ze hebben een bruine tot roodbruine vacht met wit op de buik, donkerbruin op de onderbenen en een witte snuit.
- Ze hebben een stijve, donkerbruine manen.
- Przewalski paarden hebben een gedrongen bouw met korte benen.
Dieet
Wat eet het?
In het wild: Grassen, bladeren en schors.
In de dierentuin: Hooi, graan, vitamine- en mineralensupplementen.
Wat eet het?
Wolven en mensen jagen op het Przewalskipaard.
Sociale organisatie
Het Przewalskipaard is een zeer sociaal dier dat kuddes vormt bestaande uit één hengst en vier tot tien merries met hun nakomelingen. De hengst is verantwoordelijk voor de bescherming van de kudde en coördineert de dagelijkse bewegingen van de groep als ze rondtrekken om te grazen, te drinken of te rusten. De kuddes mengen zich niet, maar delen hun territorium omdat de hengsten hun merries meer beschermen dan hun territorium. Jaarling mannetjes sluiten zich aan bij vrijgezellengroepen onder leiding van een oudere hengst tot ze volwassen genoeg zijn om hun eigen vrouwtjes aan te trekken.
Levenscyclus
Przewalskipaarden zijn geslachtsrijp als ze ongeveer twee jaar oud zijn, maar mannetjes zijn meestal minstens drie jaar oud voor ze sterk genoeg zijn om een harem van vrouwtjes te verzamelen. De paring vindt plaats in april of mei en bijna een jaar later wordt één veulen geboren. De veulens worden gewoonlijk ’s nachts geboren en kunnen tegen de ochtend met de kudde meereizen. De veulens beginnen binnen een paar weken te grazen, maar blijven acht tot 13 maanden zogen. Vrouwtjes kunnen bij de kudde blijven, maar mannetjes worden na een jaar verjaagd. De levensduur van het Przewalskipaard bedraagt 20-25 jaar.