Weet je dat wanneer je op een fles blaast, er een misthoorngeluid ontstaat? Je adem wordt tijdens het blazen steeds verder in de fles samengedrukt, totdat hij er weer uitbarst en de luchtstroom uit je mond onderbreekt. Terwijl hij uitbarst, schiet hij over en laat een relatief lege ruimte achter in de fles, die de volgende lucht van je adem weer naar binnen trekt. De lucht in de fles werkt als een soort veer, en de lucht die je blaast gaat in de fles en drukt hem samen, en wordt over de opening van de fles geduwd als hij eruit komt. Dit heen en weer gaan gebeurt heel snel, en schudt de lucht eromheen op een ritmische manier – dat is het geluid dat je hoort!
Je kunt dit principe heel duidelijk zien in die fluitjes die scheidsrechters gebruiken (hier is de beste foto die ik kon vinden). Als je erin blaast, blokkeert je adem de uitgang en hoopt zich op in de cilinder tot hij uit het gat bovenaan barst, je adem onderbreekt en wat ruimte in de cilinder overlaat… en zo verder.
En hoe zit het dan met fluiten met je mond? Het is hetzelfde principe, maar -je mond- is de fles. Lucht uit je keel duwt in je mond en uit je lippen, maar het komt er niet soepel uit. Het is een rommelige stroom, dus soms draait de lucht even rond en bouwt druk op in je mond in plaats van eruit te komen. Dan wordt de druk sterk genoeg om uit te barsten, en de cyclus herhaalt zich. Dit gebeurt allemaal heel snel, en het eindresultaat is dat de lucht die uit je mond komt, eruit komt met kleine ritmische drukuitbarstingen die je hoort als geluid. Hoe kleiner de ruimte in je mond is, hoe sneller deze cyclus zich herhaalt en hoe hoger de toon van het gefluit dus zal zijn. Daarom kun je verschillende tonen fluiten als je je tong beweegt om de ruimte in je mond te veranderen.