Rhodos (Grieks Ῥόδος): eiland in de Egeïsche Zee, oorspronkelijk verdeeld tussen Ialysus, Kameiros en Lindos, maar later één enkele stadstaat.

Helios op een munt van Rhodos

Volgens een oude Griekse mythe, had de god Zeus besloten zijn koninkrijk onder de goden van de Olympus te verdelen, en kende hij een vruchtbaar eiland toe aan Helios, de zonnegod. Hij noemde zijn nieuwe bezit naar een nimf die daar woonde, Rhode; zij zouden trouwen en zeven zonen krijgen. De eerste van deze Heliadai had drie zonen, die drie steden stichtten: Ialysus, Kameiros en Lindos.

Voorgeschiedenis

Rhodos was al bewoond in het neolithicum, het chalcolithicum en de vroege bronstijd en had culturele contacten met de Minoërs uit Kreta, die mogelijk in de zestiende eeuw de nederzetting Trianda (in het noordwesten) hebben gesticht. In de veertiende eeuw kwamen de Myceense Grieken en vestigden zich op Rhodos. Veel graven dateren uit deze periode.

Andere Grieken trokken verder naar het oosten en vestigden zich op Cyprus: Rhodos was een belangrijk knooppunt geworden in het interregionale handelsnetwerk van de Bronstijd. Verschillende scheepswrakken voor de Lycische kust leveren het bewijs voor de producten die in deze periode werden uitgewisseld.

Rhodos, Myceense beker (LH IIIa2)

Rhodos, Myceense kruik met een stier (LH IIIa2)

Rhodos, Myceense “phi” en “psi” beeldjes

Taucheira, Vruchtenschotel van Rhodos

Archaïsche tijd

Rhodische amfoor (zevende eeuw v.Chr.)

In de twaalfde eeuw v.Chr, stortte het handelsnetwerk uit de Bronstijd in, een proces dat mogelijk in gang werd gezet door de rondtrekkende Zeevolkeren, hoewel zij ook een product van deze ineenstorting kunnen zijn geweest. We kunnen niet weten wat oorzaak en wat gevolg was. Wat wel duidelijk is, is dat de IJzertijd relatief arm was.

In deze periode werden de steden van Rhodos (Ialysus, Kameiros, en Lindos) gesticht. Toen de mensen begonnen te schrijven, was dat in het Dorische dialect van de Griekse taal. Dat zij behoorden tot de wereld die bekend staat als de Griekse taal, kan worden afgeleid uit de Ilias van Homerus, waar de Rhodiërs worden genoemd als een van de volken die deelnamen aan de Trojaanse oorlog. Dat hun leider, Tlepolomus, in de strijd wordt gedood door een Lyciër, Sarpedon, kan een oude traditie verraden.

De verdeling van Rhodos in drie steden wordt toegeschreven aan deze Tlepolemus. Volgens een beroemd gedeelte in de Historiën van Herodotus werkten de drie steden van Rhodos samen met Kos en de steden Cnidus en Halicarnassus op het vasteland in een confederatie die bekend staat als de Dorische Hexapolis (of Pentapolis, nadat Halicarnassus was verdreven). Samen organiseerden zij atletiekwedstrijden voor Apollo.noot

De steden bloeiden, want de handel was hervat en het eiland was weer een belangrijk knooppunt in het interregionale netwerk. Rhodische produkten verraden vaak internationale invloeden (b.v. het soort aardewerk dat in Phikelloura is gevonden) en zijn op alle kusten van de Middellandse Zee aangetroffen. De Rhodiërs stichtten ook kolonies langs de handelsroutes: Phaselis in oostelijk Lycië, Gela op Sicilië in het westen. De tempel van Athena in Lindos was van superregionaal belang.

Rhodos, beeldje in Egyptische stijl

Rhodos, Hoofdvormige aryballos

Rhodes, Schotel met een sfinx

Rhodes, Amfoor in Phikelloura-stijl

Klassieke tijd

Rhodos, Reliëf met de verkrachting van Brygindis

In de tweede helft van de zesde eeuw was er sprake van de opkomst van het Perzische of Achaemenidische Rijk, een gebeurtenis die van groot belang moet zijn geweest voor de handelslieden van Rhodos. Het is waarschijnlijk geen toeval dat koning Amasis van Egypte, wiens koninkrijk bedreigd werd, geïnteresseerd was in samenwerking met de Rhodiërs.noot In 499 sloten zij zich aan bij de Ionische Opstand, maar al snel werden zij weer onderworpen aan de Perzen. De Perzische bevelhebber was de Datis die de leider zou zijn van de Perzische troepen in de slag bij Marathon in 490 BCE.

Beeld van een biddende man

Twaalf jaar later sloten de Rhodische steden zich aan bij de Delische Liga, de anti-Perzische liga die door de Atheners was opgericht en die geleidelijk uitgroeide tot een Atheens rijk. In 413 brak de Deceleaanse of Ionische oorlog uit, die het einde van Athene betekende. De stad gaf zich in 404 over aan de Spartanen. Tijdens deze oorlog heroverwogen de Rhodiërs hun positie en de drie steden bundelden hun krachten: zij stichtten een nieuwe stad op de noordelijke top van het eiland, Rhodos. Zij werd gebouwd op een Hippodamisch plan, d.w.z. als een rasterijzer. De nieuwe stad was een groot succes en verwierf wat land op het Aziatische vasteland (het Rhodische Peraea).

De Atheners waren verslagen, maar zij wisten zich te herstellen tijdens de Korinthische Oorlog (395-387). De pro-Spartaanse factie op Rhodos werd ten val gebracht door pro-Athenische politici, en toen de vrede van Antalcidas in 387 werd getekend, behield Rhodos zijn onafhankelijkheid, hoewel het geallieerd werd met de Carische satraap Maussolus van Halicarnassus. In de Griekse politiek koos het eerst de zijde van Thebe tegen de Atheense Tweede Deliaanse Bond, en steunde het Filips van Macedonië tegen Thebe en Athene. Toch had het eiland contacten met alle landen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied: twee beroemde huurlingenleiders in het Perzische Rijk, Mentor en Memnon, waren Rhodiërs.

Hellenistische tijd

Papyrus met een verslag van het Beleg van Rhodos

Na de dood van de Macedonische veroveraar Alexander de Grote in 323 v. Chr, was Rhodos plotseling een van de centra van het politieke leven. Alexanders opvolgers streden om een deel van wat veroverd was en het eiland was van groot strategisch belang: wie Rhodos beheerste, controleerde de toegang tot de Egeïsche Zee en controleerde de route van Griekenland en Macedonië naar het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Toen Demetrius, de zoon van Alexanders generaal (strategos) Antigonus de Eenogige, in 305/304 het onafhankelijke Rhodos trachtte te veroveren, duurde de belegering een jaar (tekst); hij bereikte niets, maar aanvaardde niettemin de titel Poliorcetes, “belegeraar der steden”.

Rhodos, Graf van een jonge jager

De Rhodiërs financierden de bouw van een reusachtig standbeeld van Helios, de beroemde Kolossus van Rhodos, naar verluidt door Demetrius’ belegeringsmachines te verkopen. Dit wonder van de antieke wereld stortte in 227 v. Chr. na een aardbeving in. Verscheidene Griekse steden en Aziatische koninkrijken droegen bij aan de wederopbouw van Rhodos, omdat iedereen hier enige invloed wilde verwerven.noot

In de tweede helft van de derde eeuw, terwijl het Ptolemaeïsche Egypte zijn zeemachtelijke suprematie verloor, werd zijn bondgenoot Rhodos de sterkste zeemacht in de Egeïsche wereld. Het breidde zijn grondgebied op het vasteland uit, maar kreeg ook de controle over verschillende eilanden, zoals Karpathos.

Na de Vijfde Syrische Oorlog (202-195 v. Chr.) was Ptolemaeus Egypte echt in verval geraakt en sloot Rhodos zich aan bij de nieuwe supermacht: Rome, dat Carthago al had verslagen en Macedonië zou verslaan in de Tweede Macedonische Oorlog (200-197). In de Syrische Oorlog (192-188) versloeg het het Seleucidische Rijk. Rhodes was Rome’s trouwe bondgenoot en werd in 188 BCE beloond met bezittingen in Lycia en Caria.

Gadara, handvat van een Rhodische amfoor

Old Paphos, Twee Rhodische amforen

Corfu, Palaiopolis, Rhodische amfoor

Nicosia, handvat van een Rhodische amfoor

In 168 BCE, tijdens de Derde Macedonische Oorlog, probeerde Rhodes te bemiddelen tussen Rome en de Macedonische koning Perseus in plaats van de Romeinen onvoorwaardelijk te steunen. Toen de laatsten de Macedoniërs bij Pydna hadden verslagen, was het eiland uit de gratie en overwoog de Senaat zelfs oorlog. Uiteindelijk besloot de Senaat een vrijhaven te vestigen op het eiland Delos, waardoor er op Rhodos geen slaven meer werden verkocht: een klap voor de economie. Het eiland verloor zijn grondgebied op het vasteland. In 164 sloot Rhodos een ongelijkwaardige alliantie met Rome, wat het einde betekende van zijn rol als onafhankelijke macht.

Het herstelde zich echter. Zijn vloot was nog steeds belangrijk en het bleef een knooppunt in een lange-afstands handelsnetwerk, vooral als centrum van de graanhandel, die steeds belangrijker werd in de eerste eeuw v. Chr., toen Rome een zeer groot centrum werd. Toen het Seleucidische Rijk uiteen begon te vallen, waren het de Rhodiërs die de taak van de bestrijding van de piraterij op zich namen.

Rhodos, Grafsteen van een vrouw

Rhodos, Portret van Posidonius van Apamea

Rhodes, Portret van Alexander de Grote als Helios

Rhodes, Portret van Alexander de Grote

Romeinse tijd

Helios op een Rhodische munt (88-43 v. Chr.

Tijdens de Eerste Mithridatische Oorlog (89-85 v. Chr.), was Rhodos een van de belangrijkste centra van de strijd, maar het hield stand. Dit herhaalde zich in de oorlog die in 43 v. Chr. uitbrak, toen de moordenaars van Julius Caesar streden tegen Marcus Antonius en Octavianus. Caesars moordenaar Cassius veroverde en plunderde de stad Rhodos. Opnieuw overleefde de stad en het was de plaats waar Octavianus, nadat hij zijn vroegere strijdmakker Marcus Antonius had verslagen, enkele jaren later Marcus Antonius’ vroegere bondgenoot koning Herodes ontmoette. Enkele jaren later, toen Octavianus keizer was geworden, trok zijn stiefzoon Tiberius, de toekomstige keizer, zich terug op Rhodos.

Het eiland maakte nu deel uit van de Romeinse wereld, hoewel het pas in 74 n.C. officieel bij het rijk werd ingelijfd, samen met Lycië. Rhodos behoorde nu tot de provincie Lycië en Pamphylië. Het eiland had nog steeds beroemde scholen voor beeldhouwers en filosofen en bleef welvarend, hoewel het zwaar te lijden had onder een aardbeving in 142 n.C.

Rhodos, Standbeeld van Aphrodite (gegoten)

Rhodes, Standbeeld van jongeman

Rhodes, Reliëf van een begrafenismaaltijd

Rhodos, Reliëf van een soldaat (archaïserend)

Late Oudheid

In de tweede helft van de vierde eeuw viel het Romeinse Rijk in twee delen uiteen. Rhodos werd een deel van het Oostelijke of Byzantijnse Rijk. In de loop van de volgende eeuw, de vijfde, zouden de inwoners de ondergang van de westelijke helft meemaken. Toen in de jaren 460 een laatste en noodlottige poging werd ondernomen om dit verval te keren, werd de controle over de oostelijke wateren tijdelijk versoepeld en in 469 werd het eiland waarschijnlijk geplunderd door Isaurische piraten. Het Byzantijnse Rijk overleefde echter.

In 653/654 versloeg een Arabische vloot echter de Byzantijnse marine in de Rhodische wateren en werd het eiland door Arabieren geplunderd. Van nu af aan was het eiland een van de fronten in de oorlogen tussen de Byzantijnen en het Kalifaat van Damascus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *