Variaties
In mijn onderzoek heb ik gemerkt dat er veel verschillende variaties van sabaa’ Baharat zijn. Sommige variaties zijn cultureel, afhankelijk van het land van herkomst. Veel van de Midden-Oosterse landen zoals Syrië, Egypte en Irak hebben elk hun eigen speciale mix. Maar zelfs de “Libanese” versie varieert een beetje. Van de zeven verschillende specerijen in dit kruidenmengsel, komen er vier voor in bijna elk recept dat ik vond. Deze vier kruiden zijn piment, kaneel, zwarte peper en kruidnagel. Andere specerijen die vaak worden gebruikt zijn gemalen gember, fenegriek, nootmuskaat, witte peper, komijn en gemalen koriander.
Kaneel wordt in de Libanese keuken vaak gebruikt in vleesgerechten. De warme smaak past zo goed bij de andere ingrediënten. Ik koop mijn kaneel meestal gemalen, maar ik heb wel kaneelstokjes bij de hand voor andere doeleinden, zoals het koken van rundvlees of kip voor bouillon.
Kruidnagels gebruik ik echter in hun geheel (ook om bouillon te maken), dus die maal ik vers voor deze specerijenmelange. De verhouding van specerijen in dit kruidenmengsel is 1:1 voor alle specerijen behalve kruidnagel. Omdat kruidnagel een scherpe smaak heeft, halveer ik het, om de smaak niet te overheersen.
In tegenstelling tot kaneel, kruidnagel en komijn, die tot de belangrijkste specerijen in de Indiase keuken behoren, komen piment en koriander vaker voor in de keuken van het Midden-Oosten. Koriander zijn eigenlijk de gedroogde zaden van de korianderplant. Ik kwam daar deze zomer achter toen mijn korianderplant begon te bloeien en de zaadjes eruit vielen!