Een verkorte vorm van een woord of uitdrukking.
–
Soorten afkortingen:
Er zijn vier hoofdsoorten afkortingen: afkortingen, samentrekkingen, initialismen, en acroniemen. 1 Verkortingen van woorden bestaan meestal uit de eerste paar letters van de volledige vorm en worden meestal gespeld met een laatste punt wanneer ze nog als afkortingen worden beschouwd, bijvoorbeeld cont. = voortgezet, in = inch. In de gevallen waarin ze zelfstandige woorden vormen, wordt de punt weggelaten, bijvoorbeeld, hippo = nijlpaard, limo = limousine. Dergelijke afkortingen zijn vaak, maar niet altijd informeel. Sommige worden de standaardvormen, en de volledige vormen worden dan als formeel of technisch beschouwd, bijvoorbeeld bus = omnibus, taxi = taxicab, deli = delicatessenzaak, zoo = zoölogische tuin. Soms worden verkortingen gewijzigd om de uitspraak of de spelling te vergemakkelijken: bike = fiets2 Verkortingen zijn verkorte vormen waarin letters uit het midden van de volledige vorm zijn weggelaten, bijvoorbeeld Dr. = dokter, St. = heilige of straat. Dergelijke vormen worden steevast gevolgd door een punt. Een ander soort samentrekking is het type met een apostrof die de weglating van letters markeert: can’t = can, didn’t = did not, you’ve = you have. 3 Initialismen bestaan uit de beginletters van woorden en worden als afzonderlijke letters uitgesproken: CIA (of C.I.A.), NYC, pm (of p.m.), U.S. (of US). De praktijk varieert wat de punten betreft; tegenwoordig wordt steeds vaker gekozen voor het weglaten ervan, vooral wanneer de initialen volledig uit hoofdletters bestaan. 4 Acroniemen zijn initialismen die op zichzelf staande woorden zijn geworden, of soortgelijke woorden die gevormd zijn uit delen van verschillende woorden. Zij worden uitgesproken als woorden en niet als een reeks letters, bijvoorbeeld AIDS, laser, scuba, UNESCO, en hebben geen punten. In veel gevallen wordt het acroniem de standaardterm en wordt de volledige vorm alleen nog gebruikt in verklarende contexten.