Het probleem
Wat zijn de “juiste” termen en definities die met betrekking tot doofheid moeten worden gebruikt?

Het standpunt vanCAD-ASC
De doven, de doofstommen en de slechthorenden zijn allemaal zeer verschillende groepen. Het gebruik van de juiste terminologie getuigt van respect voor hun verschillen.

Doof:
Een medisch/audiologische term die verwijst naar mensen die weinig of geen functioneel gehoor hebben. Kan ook worden gebruikt als een collectief zelfstandig naamwoord (“de doven”) om te verwijzen naar mensen die medisch doof zijn, maar die zich niet noodzakelijkerwijs identificeren met de dovengemeenschap.

Doof (met hoofdletter D):
Een sociologische term die verwijst naar die individuen die medisch doof of slechthorend zijn en die zich identificeren met en deelnemen aan de cultuur, de samenleving en de taal van dove mensen, die is gebaseerd op gebarentaal. Hun voorkeurswijze van communicatie is gebarentaal.

doof (ook bekend als laat-doof):
Dit is zowel een medische als een sociologische term die verwijst naar personen die op latere leeftijd doof zijn geworden en die zich niet kunnen identificeren met de doven- of de hardhorendengemeenschap.

hardhorend:
Een persoon met een gehoorverlies variërend van licht tot zeer ernstig en wiens gebruikelijke communicatiemiddel spraak is. Het is zowel een medische als een sociologische term.

oorgestoorden:
Deze term is niet acceptabel als het gaat om mensen met een gehoorverlies. Hij mag nooit worden gebruikt om te verwijzen naar dove mensen. “Slechthorendheid” is een medische aandoening; het is geen collectief zelfstandig naamwoord voor mensen die in verschillende mate aan gehoorverlies lijden. Het miskent de verschillen tussen de doven- en de slechthorendengemeenschap.

dove persoon :
Acceptabel, maar overdreven gevoelig substituut voor “doof”.

manueel doof, gebarend doof:
Een dove wiens voorkeurswijze van communicatie Gebarentaal is.

oraal doof:
Een dove wiens voorkeurswijze van communicatie verbaal en auditief is en/of liplezen. Een orale dove die zowel kan gebaren als spreken kan als “doof” worden beschouwd als hij/zij als zodanig wordt geaccepteerd door andere doven en gebarentaal gebruikt binnen de dovengemeenschap.

doofstom:
Onaanvaardbaar. Een doof persoon kan ervoor kiezen zijn/haar stem niet te gebruiken; dit maakt hem/haar nog geen “doofstomme”.

doof en stom:
Offensief.

Doof-plus:
Hoewel het al vele jaren wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen die naast doofheid een handicap hebben, zijn de termen die nu de voorkeur genieten “Doof met een verstandelijke handicap”, “Doof-blind”, “Doof met CP”, enz.

Tekentaal:
De officiële taal van de dovengemeenschap. Moet altijd met een hoofdletter worden geschreven, net zoals “Engels” en “Frans” met een hoofdletter worden geschreven, omdat het alledrie legitieme talen zijn.

TY:
Het juiste acroniem voor de speciale apparaten die doven, slechthorenden en horenden gebruiken om met elkaar te communiceren via het telefoonsysteem. De Franse term is ATS.

TDD:
Niet langer aanvaardbaar als acroniem voor speciale telefoontoestellen. (Zie de stellingname van de CAD-ASC over TTY/TDD.)

TT (Text Telephone):
Gebruikt in sommige Europese landen en door de Federal Communications Commission van de Verenigde Staten als vervangende term voor “TTY”. Niet geaccepteerd in Canada omdat het een term is die door horenden is uitgevonden en omdat het teken ervoor onbeleefd is in ASL.

Goedgekeurd: 3 JULI 2015

VOOR VERDERE INFORMATIE CONTACT OPNEMEN:
De Canadese Vereniging van Doven – Association des Sourds du Canada
606 – 251 Bank Street
Ottawa, ON K2P 1X3
(613) 565-2882
www.cad.ca

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *