Intonatie is de stijgende en dalende toonhoogte in iemands stem. Als je al hebt gekeken naar onze hoofdstukken over gedachtegroepen en woordspanningen, dan weet je al hoe intonatie en spanning nauw met elkaar verbonden zijn. Als u ooit geprobeerd hebt de intonatiepatronen van een Engelse spreker na te bootsen en u zich daarbij ongemakkelijk voelde, kan dat komen doordat de intonatiepatronen van uw eerste taal ofwel anders zijn en/of een breder of minder breed bereik hebben. Luister bijvoorbeeld eens naar de volgende vraag en beslis of u een stijgende of dalende toonhoogte hoort aan het eind van de vraag:
Hoewel veel leerders voorspellen dat alle vragen in het Engels een stijgende toonhoogte hebben, hebben veel vragen in werkelijkheid een dalende toonhoogte. Sterker nog, als dezelfde vraag met stijgende intonatie zou worden gesteld, zou hij als volgt klinken:
Je kunt het verschil waarschijnlijk wel ontdekken, maar wat nog belangrijker is, is dat de onderliggende bedoeling van elke vraag anders is. De eerste vraag is typisch voor introducties; de spreker wil iemands naam weten. Bij de tweede vraag heeft de spreker de naam waarschijnlijk verkeerd gehoord, of is hij op de een of andere manier verrast door de naam (bv. de naam van de persoon is Harry Potter). Daarom is het leren van de intonatie van het Engels meer dan proberen te klinken als een Engelse spreker; een smalle of onjuiste intonatie kan zelfs een negatieve invloed hebben op de betekenis van je boodschap!
Zoals bij het leren van uitspraak, is het belangrijk dat je het verschil tussen stijgende en dalende toonhoogte kunt waarnemen. Luister naar de volgende zinnen en beslis of elke zin eindigt op een stijgende of dalende toonhoogte. Als u het gedeelte over Gedachtengroepen al gelezen hebt, dan weet u dat het einde van elke zin een “focuswoord” heeft; dit focuswoord zal het belangrijkste beginpunt van stijgende of dalende toonhoogte zijn. Luister voor extra hulp naar de kazoo-versie, zodat je niet wordt afgeleid door de woorden.
Kunt u dit formulier voor morgenochtend inleveren? | |||
Waar zou je haar willen ontmoeten? | Wilden ze het nu uitproberen of later? | ||
Haar punten werden goed ontvangen. |
- 1. Stijgend
2. Vallend
3. Vallend
4. Vallend
5. Opkomend
6.
Nu je stijgende en dalende toonhoogtes kunt herkennen, kun je leren hoe je met intonatie zekerheid of onzekerheid kunt uitdrukken, kunt vragen om meer informatie of verduidelijking, en kunt laten zien dat je nog niet uitgesproken bent.