Sinds de publicatie van E. O. Wilson’s Sociobiology, the New Synthesis, is er gespeculeerd over het nut van de toepassing van het ultieme verklaringsperspectief dat door sociobiologen wordt gebruikt op de specifieke fenomenen en problemen die door de sociale wetenschappen worden behandeld. Sommige critici van een dergelijke toepassing vinden ultieme verklaringen van weinig nut bij de studie van menselijk sociaal gedrag, dat traditioneel in proximale termen wordt verklaard. Inderdaad, zoals sociobiologen zelf hebben opgemerkt, de verklarende domeinen van ultieme en proximale oorzakelijkheid zijn zeer verschillend. Hier wordt betoogd dat ultieme niveau analyses geen volledige en bevredigende rekeningen van menselijk gedrag produceren. Noch impliceren zij rechtlijnig of ondubbelzinnig een proximale oorzaak op een manier die direct bruikbaar is voor sociale wetenschappers. In feite is één van de belangrijkste tekortkomingen van ultieme niveauanalyse dat het geen duidelijk beeld geeft van de aard van organismisch functioneren waarop de sociale wetenschappen proximate modellen van gedrag kunnen bouwen. Desalniettemin zijn ultimate accounts nuttig in heuristische zin, omdat zij dienen om hypothesen te genereren die het sociaal-wetenschappelijk onderzoek nieuw leven kunnen inblazen en omdat zij het mogelijk maken om de status van proximite level hypothese te beoordelen in het licht van evolutionaire consequenties. De overbrugging van ultieme en proximale analyseniveaus, als die er al komt, wacht op het smeden van vertaalprincipes die momenteel nog niet bestaan.