De bijgerechten verschillen van huis tot huis. In sommige delen van het land vindt u aardappelpuree en jus, op andere plaatsen zoete aardappeltaart. Maar hoe je Thanksgiving ook viert, in de meeste huizen in Amerika wordt elk jaar één gast aan tafel uitgenodigd: de kalkoen!
De geschiedenis van de Thanksgiving-kalkoen is een beetje een mysterie. Niemand weet precies hoe deze bijzondere vogel in november een ereplaats aan tafel heeft gekregen, maar historici hebben een paar verschillende theorieën.
Dankzij brieven en verslagen van vroege Amerikaanse kolonisten weten we dat toen de kolonisten met de Wampanoag-indianen gingen dineren, rund- en gevogelte op het menu stonden. Deze historische maaltijd zou later bekend worden als de eerste Thanksgiving.
Hoewel historici niet met zekerheid kunnen zeggen welke soorten gevogelte die dag werden opgediend, vermeldt een brief geschreven door pelgrim Edward Winslow een kalkoenjacht voorafgaand aan de maaltijd.
Een andere theorie schrijft de Thanksgiving-kalkoen toe aan de koningin van Engeland. In de 16e eeuw zonk een vloot Spaanse schepen op weg om Engeland aan te vallen.
Volgens de legende kreeg koningin Elizabeth dit nieuws te horen terwijl ze aan het eten was. Ze was zo opgewonden dat ze nog een gans liet serveren. Sommige historici zeggen dat de vroege kolonisten geïnspireerd werden door de acties van de koningin en een kalkoen roosterden in plaats van een gans.
De wilde kalkoen is een inheemse vogel van Noord-Amerika. Benjamin Franklin beweerde dan ook dat dit de kalkoen een geschiktere nationale vogel voor de Verenigde Staten maakte dan de zeearend.
Niet iedereen was het echter met Franklin eens, en de zeearend werd in 1782 het nationale embleem voor de Verenigde Staten. De zeearend mag dan 364 dagen per jaar Amerika’s vogel zijn, de kalkoen heeft één dag helemaal voor zichzelf – Thanksgiving.
Hier volgen enkele interessante kalkoenweetjes die u kunnen verrassen:
- Wilde kalkoenen kunnen vliegen, maar tamme kalkoenen niet.
- Kalkoenen kunnen wel 20 mijl per uur rennen.
- De lange, losse huid die aan de nek van een kalkoen hangt, wordt een “lel” genoemd.