21.01.2015
Ze komen beiden oorspronkelijk uit Australië, ze stuiteren allebei en het zijn allebei buideldieren, wat betekent dat ze hun jongen, die joeys worden genoemd, in hun ingebouwde buidels dragen. Maar daar houden de overeenkomsten wel zo’n beetje op.
Als je een wallaby zou moeten herkennen in een rij die verder uit kangoeroes bestaat, zou dat waarschijnlijk relatief eenvoudig zijn. Het meest opvallende verschil is hun grootte. Terwijl een kangoeroe twee meter hoog kan worden, variëren hun meer tengere verwanten van 30 cm tot slechts één meter. Hun lengte wordt weerspiegeld op de weegschaal, met kangoeroes die tot 91 kilo wegen. Wallaby’s, ter vergelijking, halen een bescheiden maximum van slechts 24 kilo.
De belangrijke statistieken daargelaten, een andere manier om de twee uit elkaar te houden is te kijken naar hun achterpoten. In het geval van de kangoeroe zijn deze ontworpen om snel over vlak terrein te rennen, dus staan de knieën en enkels ver uit elkaar. De wallaby daarentegen moet zich met grote behendigheid door dichte bosgebieden bewegen, en is daarom uitgerust met compacte poten.
En alsof dat nog niet genoeg is, verschillen ook hun vachten. De kangoeroe is meestal roodbruin of grijs, terwijl de sierlijke wallaby een glanzender glans heeft en rood, grijs, reebruin, bruin, zwart of wit kan zijn.
In het algemeen wegen hun verschillen zwaarder dan hun gelijkenissen. Maar hoe zit het met de wallaroo? Lees onze soort van de week voor meer…